Tegen 2020 wil Europa een eigen infrastructuur van supercomputers klaar hebben. De Europese Commissie trekt daarvoor een miljard euro uit. Met de apparaten wil de Commissie universiteiten, bedrijven en onderzoeksinstellingen minder afhankelijk maken van Japanse en Amerikaanse supercomputers.
De nieuwe supercomputers worden gerealiseerd door een nieuwe instelling waarin de Commissie en dertien landen (waaronden België en Nederland) een miljard euro investeren: EuroHPC (High Power Computing). Van de vier nieuwe supercomputers die gebouwd moeten worden, moeten er twee minstens honderd miljoen miljard (1017) berekeningen per seconde aankunnen. Tegen 2022 moet er een model klaar zijn dat een miljard maal een miljard (1018) berekeningen aankan.
De nieuwe supercomputers kunnen bijvoorbeeld ingezet worden om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen of om exactere weersvoorspellingen mogelijk te maken. Bedrijven kunnen ze onder meer inzetten om bijvoorbeeld nieuwe auto’s en vliegtuigen te ontwikkelen. Ook in de bescherming tegen cyberaanvallen kunnen de computers een rol spelen, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van sterkere encryptiemethodes.
Europees commissaris voor Digitale Economie Mariya Gabriel wijst op het grote strategische belang voor de Europese universiteiten, bedrijven, overheden en burgers. ‘We hebben die technologie nodig om te kunnen concurreren op de wereldmarkt’, zegt ze. ‘Anders dreigt delokalisatie van innovatie.’
Volgens de commissaris is het hoog tijd dat Europa een eigen supercomputer ontwikkelt omdat onze wetenschappers en bedrijven voor hun onderzoek steeds vaker moeten uitwijken naar Japan of Amerika. In het oude continent ontbreekt eenvoudigweg de rekenkracht. Europa wordt op die manier kwetsbaar voor bedrijfsspionage en te afhankelijk van die twee landen. In dat opzicht wordt er met de supercomputer eenzelfde doel nagestreefd als met Airbus en Galileo: ook die waren bedoeld om de Europese afhankelijkheid (in casu van Boeing en gps) te temperen.
De krachtigste computer in Europa staat momenteel in het Italiaanse Bologna, maar dat apparaat is twaalf keer zo langzaam als het snelste Chinese model.