Belgische startups haalden vorig jaar volgens de eerste nog niet bevestigde cijfers zo’n 321 miljoen euro op. Moeten we juichen? Het is bijna dertig miljoen minder dan in 2016. Het wordt tijd dat we een einde maken aan het ‘Failing Forward’ verhaal en groots durven dromen.
‘Twee man die tussen cola en pizza een app ontwikkelen brengen de economie niet veel bij’, schreef ook investeerder en oprichter van B-Hive Europe, Jurgen Ingels onlangs in De Morgen. Jaarlijks komen er tweehonderd tot driehonderd Belgische bedrijfjes bij. Slechts een handvol overleven.
Startups.be telt vandaag meer dan 2.300 start-ups. De meesten onder hen halen karige bedragen op. Enkele sterke spelers zoals Collibra, mede gestuwd door ex-IBM-topman Tony Mary (bij het brede publiek vooral gekend als ex-VRT-topman) haalde recent veertig miljoen euro op. MobileXpense kreeg twintig miljoen euro vast, NGData zestien miljoen en Teamleader tien miljoen. Dit viertal alleen is goed voor een vierde van de totale investeringen in ons land. ‘We moeten groter durven dromen,’ blogt Jurgen Ingels terecht.
Aanstekelijk enthousiasme
Het enthousiasme bij startup bedrijven is aanstekelijk. En wie naar feestjes gaat, zoals van BeCentral of andere incubatiesites, komt altijd vrolijk terug thuis. Van faalangst is weinig te merken. Het wordt dan ook tijd dat er een einde komt aan de door Vlaanderen gesubsidieerde campagne ‘Failing Forward’. Waarom afficheert ‘KBC start it’ nog steeds met ‘Een nieuw idee? Schrik om te falen? Een te groot risico? Wij geven een duwtje in de rug’. Een duwtje, oh my God. Het wordt tijd dat banken ook wat grootser gaan denken als het om start-ups gaat. Een ‘duwtje’ is een schrale inzet voor een financiële instelling die op kwartaalbasis ruim 850 miljoen euro winst boekt.
Er zijn grotere investeringsfondsen nodig in België van tweehonderd miljoen euro en meer. En die zijn voorhanden maar worden niet of onvoldoende aangesproken. In Wallonië is vijfhonderd miljoen euro beschikbaar voor een doorgedreven digitalisering. Door politieke strubbelingen (en ik druk me hier nog voorzichtig uit) is dat nog steeds niet aangeboord. Mede daardoor is slecht 8 procent van de investeringen in startups afkomstig uit Wallonië. Gênant, op z’n minst.
Sant in eigen land
De diverse publieke besturen in ons land zouden ook beter meer gebruik moeten maken van de innoverende diensten van start-ups zodat beiden ook kunnen doorgroeien. Grote ondernemingen zullen trouwens ook niet anders kunnen dan die weg op te gaan omdat ze geen jong talent meer vinden voor hun digitale transformatie. Bij Brussels Airlines starten ze vanaf nu jaarlijks tien digitale projecten op. Dat zullen ze enkel kunnen doen mits ook startups worden aangesproken. Overigens mogen er van die tien ook zeven mislukken, wat uiteindelijk de normale ratio is in dit soort projecten. Ook corporate it’ers zullen met ‘Failing forward’ moeten kunnen omgaan.
Tegelijk wil ik ook een oproep doen voor meer aandacht (ook van de media) voor scale-ups, bedrijven die de startup-fase ontgroeid zijn, enige omzet draaien en in een groeiproces zitten. Ook zij mogen van de overheid meer taken toegewezen krijgen. John, Goossens, wijlen topman van Proximus, vertelde toen hij nog baas was bij Alcatel, dat een sterk binnenlands opdrachtenboek heel belangrijk is voor een Belgisch bedrijf dat zich in het buitenland wil introduceren. Ik pleit dan ook voor een doorgedreven ‘Sant in eigen land’ en wens elke startup en scale-up veel succes in 2018.