Proximus krijgt van de rechtbank geen schadevergoeding omdat de kabelmaatschappijen bijna tien jaar geleden hun commerciële activiteiten aan Telenet overdroegen. Het bedrijf had een claim van 1,36 miljard euro ingediend.
Het verhaal gaat terug tot 2008, toen de intercommunales Inter-Media, Integan, Infrax West en PBE (onder de koepel Interkabel Vlaanderen) hun tv-abonnees en commerciële activiteiten aan Telenet overdroegen. Telenet kreeg op die manier toegang tot ongeveer achthonderdduizend abonnees, goed voor een derde van alle tv-kijkers in Vlaanderen. Het gaf de kabelboer ook de ruimte om een triple play-aanbod uit te rollen (internet, telefonie en televisie), iets wat tot dan toe enkel Proximus in het aanbod had.
Proximus was destijds ook geïnteresseerd om de maatschappijen in te lijven, maar mocht geen bod uitbrengen en trok naar de Raad van State. De Raad van State oordeelde in 2014 dat de deal inderdaad onrechtmatig was, omdat er eerst geen marktbevraging was gebeurd. Daarop lag voor Proximus de weg vrij om naar de rechtbank te trekken.
Daar ving het bedrijf nu echter bot. Proximus wou graag de nietigverklaring van de overeenkomsten en een schadevergoeding, maar die werden door de rechtbank afgewezen. Volgens de rechter kon Proximus niet aantonen dat het schade had geleden omdat er geen marktbevraging werd gedaan. Uit niets bleek immers dat Proximus de overeenkomst toch binnengehaald zou hebben als zo’n marktbevraging was gebeurd en dat het een reële kans maakte op een deal.