De Amerikaanse telecomgigant AT&T kondigde vorig jaar oktober aan mediaconcern Time Warner te willen inlijven voor 85,4 miljard dollar. De overname moest nog wel worden goedgekeurd door de Amerikaanse anti-trust-autoriteiten. Nu blijkt het Amerikaanse Ministerie van Justitie met een rechtszaak de geplande acquisitie te willen verbieden.
Volgens het ministerie leidt de overname tot een veel te groot machtsblok en tot minder innovatie in de tv-markt en kunnen Amerikaanse gezinnen straks hogere rekeningen voor de programmering tegemoet zien. Het ministerie zou van rechtszaak af willen zien indien de partijen een manier vinden om de schade voor concurrenten te repareren.
Dat leidde tot veel speculatie in de Amerikaanse media, onder meer over een mogelijke verkoop van CNN, niet bepaald een nieuwszender waar president Donald Trump warm voor loopt. Trump reageerde door te stellen dat hij er niet bij betrokken was, maar persoonlijk het geen goede deal voor het land vond.
Time Warner is het bedrijf achter onder meer de nieuwszender CNN, Warner Bros, Cartoon Network en tv-kanaal HBO. Ook bezit het de uitzendrechten van de Amerikaanse basketbalcompetitie NBA.
AT&T is het grootste telecombedrijf in de Verenigde Staten. Het wil zijn aandacht al een tijd verbreden naar media en amusement. Vorig jaar kocht het satelliet-tv-aanbieder DirecTV voor een kleine vijftig miljard dollar. De telecomreus wil met het aankopen van Time Warner en diens producten bijvoorbeeld meer kijkers aantrekken via het AT&T-netwerk