Door automatisering en artificiële intelligentie zouden tot 21 procent van de huidige banen in België kunnen verdwijnen. Maar als ons land de overgang goed aanpakt, kunnen er nog meer nieuwe jobs bijkomen en is er dus een netto aangroei van het aantal banen. Dat schrijft consultant McKinsey in een rapport.
De opkomst van gerobotiseerde machines die niet alleen programmeerbaar zijn, maar ook kunnen bijleren, kan de komende decennia de arbeidsmarkt ingrijpend veranderen. Die evolutie kan gevolgen hebben voor 94 procent van alle banen, zegt McKinsey.
Meestal zal een werknemer zijn job anders invullen. Bepaalde routinematige taken worden geautomatiseerd en vervangen door andere taken, waarvoor de werknemer ook nieuwe vaardigheden nodig heeft. Het gaat volgens het rapport vooral om technische, creatieve, probleemoplossende en sociale vaardigheden.
Een aantal werknemers zal ook zijn baan zien verdwijnen. In België zou tot 21 procent van de banen voor meer dan 70 procent automatiseerbaar zijn en dus bedreigd. Vooral banen van lager en middelhoog opgeleide mensen zouden kunnen verdwijnen, en vooral in de sectoren transport, maakindustrie en handel.
Maar automatisering en artificiële intelligentie hebben ook voordelen. Ze zorgen voor een hogere productiviteit en creëren een nieuw soort banen, bijvoorbeeld jobs om die machines te bouwen. Dat leidt tot meer economische groei – McKinsey spreekt van 1 procent extra groei van het bruto binnenlands product tegen 2030. Het is volgens de consultant mogelijk méér banen te creëren dan er verloren gaan. Zelf spreekt hij van ‘een nettogroei van de toekomstige banenvraag met 1 procent of 40.000 jobs tegen 2030’.
België moet dan wel zijn rol van digitale koploper behouden, door bijvoorbeeld innovatie te stimuleren, in juiste opleidingen en vormingen te voorzien, en de nodige aandacht te hebben voor cyberveiligheid en privacy. In het andere geval ‘kan dit leiden tot een stijging van de werkloosheid en/of een lagere bbp-groei in België’, besluit McKinsey.