Uiteraard zijn er grote verschillen tussen de it’er enerzijds en de ingenieur anderzijds. Maar het grote onderscheid zit toch in hoe ze aankijken tegenover hun job.Ik had deze week een interessant gesprek met een detacheringsbedrijf, dat zowel it’ers en ingenieurs uitzet op de arbeidsmarkt. Body shopping heet dat met een lelijke term, al is het ook meer dan dat.
It’ers en ingenieurs zijn allebei technische functies. Ze worden in het hele STEM-verhaal al snel in dezelfde bokaal gestopt. Ze zijn gegeerd op de arbeidsmarkt. En mede hierdoor verdienen ze beide meestal ook behoorlijk. Maar toch zijn er in de beleving van hun job enkele grote verschillen
De vier verschillen
1. De factor Bill Gates: it’er kan je worden
Dat is een opvallend verschil. Het is bijna onmogelijk om ingenieur te worden zonder een klassiek ingenieursdiploma. Uiteraard zijn er wel bepaalde technische of aanvullende cursussen à la Lean Six Sigma, maar dat is eerder aanvullend of richtinggevend. Ingenieur ben je. Punt.
Heel anders is het bij informatica. Denk aan softwareontwikkeling. Of denk aan Bill Gates en Mark Zuckerberg. Allebei schoolverlaters. Want in it kan je met enige zelfstudie, een VDAB-opleiding of avondschool – ik zeg maar wat – je wel nog inwerken om in aanraking te komen met de job, en vervolgens door te groeien. Bij Zuckerberg sloeg de vonk bijvoorbeeld over nadat hij C++ for Dummies had gelezen.
Een goede vriend van me stopte met zijn studies en kwam terecht op de it-afdeling van Atlas Copco. In mijn vorig bedrijf was de it-manager in zijn vorig leven stuurman op een boot op de lange omvaart. Dat zegt natuurlijk niet alles, maar is wel een illustratie.
2. Er is een it-afdeling, maar geen ingenieursafdeling
Dat ligt in de lijn met het vorige. Er bestaan eerder startbanen voor it’ers dan voor ingenieurs. Waardoor je als it’er vlotter kan opgroeien. Of om het met de woorden van mijn gesprekspersoon te zeggen: iedereen kan leren programmeren. Bijna iedereen.
Elke organisatie heeft bijvoorbeeld een it-afdeling, maar daarom geen ingenieursafdeling. Uiteraard zijn er ingenieurs in een productie-omgeving, of ze zijn werkzaam in een ingenieurs-/studiebureau, maar dat is nog iets anders.
3. Ingenieurs kijken anders aan tegen het spelletje
Dat is een moeilijke, maar blijkt ook een verschil. Bij STEM-beroepen laten deelnemers zich vaak leiden door de ‘technische uitdaging’ van de job. Maar ingenieurs kijken daar, zonder te zwaar te veralgemenen, anders tegenover. Voor hen blijkt, vaak op basis van een fundamenteel wetenschappelijke inslag, de inhoudelijke component veel meer van tel. De ingenieurs die ik ken, zijn bijvoorbeeld heel erg vervlochten met hun werk.
Bij it’ers speelt dit ook wel, maar minder. Zij zijn vaak iets pragmatischer, ook omdat hun opdrachten dikwijls een kortere termijn beslaan. Vrij vertaald: wil je een ingenieur aantrekken, dan moet je hem toch ook (en vooral) een technische uitdaging aanbieden. For the love of the game.
4. It’ers zijn eerder freelancers
Dat is een ander opvallend verschil. Daar waar een it’er meer en meer als freelancer van de ene opdracht naar de andere gaat (en de opdrachten vandaag vaak voor het rapen heeft), is dit bij ingenieurs anders.
Ingenieurs opteren vaak voor een vast contract van onbepaalde duur. Bij een detacheringsbedrijf als Experis staat bijvoorbeeld een groot deel van de ingenieurs op de payroll. Bij de it’ers gaat het daarentegen om freelancers, zelfstandigen met hun eigen bedrijfje. Al is Zuckerberg indertijd natuurlijk ook zo begonnen.