Veel mensen zijn bang voor artificial intelligence (ai). Zo ook techdeskundige Elon Musk, die stelt dat ai een fundamenteel risico voor het voortbestaan van onze samenleving vormt. Het bijgaande omineuze gesprek tussen twee robots is wellicht een tipje van de sluier van wat we mogen verwachten. Een ander goed voorbeeld is de figuur Data uit de televisieserie Star Trek. Deze robot vertoont veel menselijke trekken.
Geboren leider
Misschien wel het bekendste voorbeeld van hoe mens en machine samenwerken om de wereld te redden is het verhaal van Data, de androïde uit de televisieserie Star Trek. Data was uitgerust met een positronisch brein – de centrale computer van de robot, vergelijkbaar met de hersenen van de mens. Een positronisch brein kan in een hoog tempo verbanden leggen en meerdere bronnen raadplegen om tot inzichten te komen die bij de mens wellicht worden geblokkeerd door onderbuikgevoelens en emoties. Zijn ‘onmenselijkheid’ stelde hem in staat beslissingen te nemen op basis van ratio en inzichten. Echter was hij hierdoor niet in staat om emoties, intuïtieve beslissingen en onderbuikgevoelens te begrijpen. Dit probeerde hij te leren door met mensen samen te werken.
Data was er na verloop van tijd van overtuigd mens te zijn en dat hij de potentie had om meer te zijn dan een verzameling van processoren en circuits. De ontwikkeling van een emotie-chip liet hem echte emoties ervaren, iets wat hem uiteindelijk in staat stelde zijn ratio opzij te zetten en zich op te offeren om zijn menselijke collega te redden. Toch is het puur het positronisch brein geweest dat Data voorwaarts katapulteerde in zijn carrière en hem uiteindelijk tot kapitein van de U.S.S. Sutherland maakte. Zijn hogere denk- en leervermogen maken van hem een geboren leider.
Bedrijfsleven
Het voorbeeld van Data laat zien dat als ratio en gevoel hand in hand gaan, de beste beslissingen genomen worden. En hetzelfde geldt op dit moment voor het bedrijfsleven. Algoritmes zijn bijvoorbeeld perfect in staat om zwart-wit beslissingen te nemen en sterk repeterende taken uit te voeren waarbij weinig tot geen menselijke interactie nodig is. Denk bijvoorbeeld aan het routeren van kredietaanvragen, het afsluiten van een verzekering of een risico-inschatting. Daarin ontlasten ze de mens.
Aan de andere kant, voor de meer complexe beslissingen en taken, kan de mens weer waarde toevoegen. Zij kunnen immers beter omgaan met onduidelijkheden, nuances, context, emotie, veranderingen en dubbelzinnigheid. Iets wat een computer vooralsnog niet kan. Als de mens in deze processen wordt ondersteund met logica van data of algoritmes, heb je een winnend team.
Elimineer je onderbuikgevoel
Voor moderne bedrijven geldt ook dat zij mens en data zoveel mogelijk moeten combineren. Dit stelt de mens in staat het beste van twee werelden te combineren. De rationaliteit en snelheid van data en ai gecombineerd met de intuïtie, nuance en emotie van de mens. Door als mens slim samen te werken met kunstmatige intelligentie geniet je als mens van de gidsende en informerende krachten van het positronisch brein.
Artificial intelligence is een veelbelovende ontwikkeling, maar kent nog een aantal schaduwzijdes waar nog geen definitief beleid voor is. Daarom stel ik voor om de mens centraal te houden en kunstmatige intelligentie in te zetten om onderbuikgevoelens te elimineren en betere beslissingen te nemen. Kortom: augmented intelligence.