Mag Facebook informatie verzamelen van surfers die daar nooit expliciet toestemming voor hebben gegeven? Dat is de vraag waarover een Belgische rechter zich de komende dagen gaat buigen, want de rechtszaak die de Privacycommissie tegen het Amerikaanse sociale netwerk inspande, is in Brussel van start gegaan, zo meldt VTM Nieuws.
De rechtszaak draait rond verschillende technieken die Facebook hanteert om het gedrag van surfers op te volgen en in kaart te brengen. Daaronder behoren de zogenaamde ‘Like’-knoppen die verschijnen op de websites van derden en waarmee Facebook, volgens de Privacycommissie, het ip-adres van surfers in handen krijgt. Ook de cookies die het bedrijf gebruikt, zijn de commissie een doorn in het oog. Maar de meest verraderlijke techniek is volgens de privacy-advocaten wel het gebruik van zogenaamde ‘tracking pixels’. Ook die pixels (of eigenlijk één pixel) worden ingebouwd in de websites van derde partijen, maar zijn voor de gebruiker onzichtbaar.
Volgens de Privacycommissie kan er eventueel nog gediscussieerd worden of er wel een probleem is voor mensen die een Facebook-profiel hebben aangemaakt. Zij hebben immers hun toestemming gegeven voor dit soort praktijken, al zullen de meeste eindgebruikers niet op de hoogte zijn van dit soort praktijken. Wat de commissie vooral stoort, is dat ook surfers die helemaal geen lid zijn van Facebook via de eerder genoemde tracking pixels kunnen gevolgd worden. Voorlopig worden de data alleen maar voor marketingdoelen ingezet, maar het is ook mogelijk om hier uitgebreide profielen mee te maken die bijvoorbeeld voor hr-doeleinden kunnen gebruikt worden, aldus de commissie. De Privacycommissie wil dan ook dat Facebook stopt met het traceren van Belgische surfers. Als het dat niet doet, eist het een dwangsom van 250.000 euro per dag.
Facebook zelf voert als verdediging aan dat het via de pixels niet in staat is om surfers te identificeren en dat de privacy dus gewaarborgd blijft. Het bedrijf zegt ook dat Belgische rechtbanken niet bevoegd zijn om hier een uitspraak over te doen, omdat haar hoofdzetel in Ierland staat. Als er hier dus al een rechtszaak moet over komen, dan moet die voor een Ierse rechtbank beslecht worden, meent het bedrijf.