Het internet of things (IoT) ondersteunt digitalisering en biedt bedrijven vele mogelijkheden. De data die voortkomen uit met het internet verbonden apparaten resulteren vaak in inzichten die transparantie verbeteren en productieprocessen optimaliseren. Zelfs als het gaat om zoiets als een 'IoT-koffiezetapparaat'. Dankzij de verbinding met het netwerk weet zo’n koffiezetapparaat op welk moment van de dag een bepaald type koffie het populairst is. Of wanneer de meeste koffie wordt gedronken. Of hij waarschuwt je wanneer er onderhoud nodig is.
Toch is zo’n IoT-project niet zomaar te realiseren – zelfs al gaat het om een koffiezetapparaat. Er dient rekening te worden gehouden met vijf fasen die van toepassing zijn op ieder project: verzamelen, verplaatsen, opslaan, analyseren en archiveren.
1. Verzamelen
Fase één omvat het vastleggen van sensordata en ervoor zorgen dat deze data kan worden doorgestuurd. Retrofitting stelt hierbij vast hoe een ouder apparaat met het internet te verbinden is. Hoewel deze apparatuur wel over interne sensoren beschikt, is dit vaak geen ip-data, en moet deze worden omgezet. Bijvoorbeeld met een edge-gateway, die de oorspronkelijke data vertaalt en dan doorstuurt. Ook bestaan er systemen die met een webcam bepaalde signalen vastleggen en vervolgens omzetten in ip-data met behulp van kunstmatige intelligentie. Hierna wordt de data doorgestuurd voor evaluatie. Nieuwere ip-apparatuur is daarnaast simpelweg te upgraden.
2. Verplaatsen
Dan komt het veilig verplaatsen van data van het apparaat naar het datacenter. Hier komen switching-, routing-, firewall- en draadloze technologieën bij kijken. Daarnaast is het belangrijk om het juiste communicatieprotocol te selecteren. Er bestaan zo’n vijftig verschillende protocollen voor datasensorcommunicatie, maar een universele standaard ontbreekt nog. Alleen apparaten die dezelfde taal spreken, kunnen met elkaar communiceren. MQTT (Message Queue Telemetry Transport) is momenteel het meest gebruikte open message protocol voor machine-to-machine-communicatie.
3. Opslaan
De volgende stap is het opslaan van sensordata en de analyse ervan mogelijk maken. De toegepaste technologie is afhankelijk van de situatie. Zo kunnen bedrijven die data-analyse uitvoeren met Hadoop zich het beste wenden tot high-performance storage-oplossingen. Als het op edge-computing aankomt, worden ssd’s gebruikt voor opslag op industriële pc’s. En stream-analytics – oftewel de realtime berekeningen van datastromen – vergt zeer snelle flash-resources. Verder is de zeer schaalbare cloud juist geschikt voor het opslaan van grote hoeveelheden data in het centrale data lake. Met een goed besturingssysteem voor datamanagement, databasesystemen als NoSQL of traditionele SQL-databases, is het daarnaast mogelijk om data eenvoudig te verhuizen naar een andere storage-oplossing.
4. Analyseren
Fase vier bestaat uit het analyseren van de sensordata. Ook hier bepaalt de situatie de oplossing. Het Hadoop-kader en de NoSQL-database-oplossingen zijn geschikt voor het verwerken van grote hoeveelheden gestructureerde en ongestructureerde data uit het data-lake. SAP Hana of SAP Business Objects worden meestal gebruikt voor realtime analyses. Daarnaast speelt ook het verbinden van de analyseresultaten met het erp-systeem van bedrijven een rol in deze fase.
5. Archiveren
De vijfde fase draait om het archiveren van de sensordata voor een langere periode. Belangrijk onderdeel hiervan is een op rollen gebaseerde , geautomatiseerde dataclassificatie. De classificatie verwijdert automatisch data die niet langer bewaard hoeft te worden, en geeft toegang tot storage-tiering. Storage-tiering houdt in dat data op basis van relevantie wordt opgeslagen op verschillende opslagmedia. Nieuwere data wordt bijvoorbeeld opgeslagen op snelle systemen, terwijl oudere data wordt opgeslagen op minder krachtige en goedkopere storage-oplossingen.
Conclusie
Bij de aanvang van een IoT-project is het belangrijk om allereerst de doelstellingen op papier te zetten.Dit leidt tot de vragen ‘Welke data heb ik nodig?’, ‘Waar komen deze data vandaan en hoe kan ik ze verzamelen?’, ‘Moeten deze data on-premises of in de cloud worden geanalyseerd?’ en ‘Hoe lang en waar wil ik de data opslaan?’. Voordat het project wordt gestart doorlopen we eerst de vijf projectfasen. Zodra de basis is gelegd, en het testproject, dat bijvoorbeeld bestaat uit het verzamelen van de data van één apparaat, is afgerond, is het tijd voor de volgende stap. Deze bestaat uit het selecteren van de juiste IoT-leverancier, die met een netwerk van partners werkt en zo alle vijf de fasen van het IoT-project uit handen neemt en tegelijkertijd overzicht houdt. Dát is de sleutel tot een succesvol IoT-project.
Wessel Gans, senior systems engineer Benelux bij NetApp