Hoe klinkt een yangqin? Of een firlinfeu? Of een dimplipito? In het Brusselse Muziekinstrumentenmuseum kon je het tot voor kort ontdekken. Tot voor kort, want het contract met Artspot, het Mechelse bedrijf dat de tablets en software leverde om deze instrumenten te kunnen beluisteren, wordt voorlopig niet verlengd. Met dank aan de bureaucratie.
Een museum over muziekinstrumenten waar geen noot muziek te beluisteren valt. Het was de krant De Standaard die de kat de bel aanbond over die kafkaiaanse situatie waarin het Brusselse Muziekinstrumentenmuseum zich bevindt.
Half augustus verviel het contract met Artspot, het Mechelse bedrijf dat sinds 2012 de tablets en software levert waarmee de bezoekers zo’n tweehonderd fragmenten konden aanklikken, goed voor in totaal vier uur muziek. Het oorspronkelijke contract liep tot 2015, maar werd daarna tweemaal verlengd. Dat op zich was eigenlijk al onwettig, zegt directrice Alexandra De Poorter in de krant. Een derde verlenging zat er dus niet in. De persoon die bezig was om een nieuw systeem te ontwikkelen, nam ontslag. En sindsdien blijft het stil in het museum.
Voor een nieuw systeem moet nu een nieuwe aanbesteding uitgeschreven worden. Ondertussen probeert het museum een eigen alternatief op poten te zetten, met mp3-bestanden. Een stap terug, want zo kan alleen beeld worden aangeboden en geen foto’s of filmpjes.
Volgens Jan Bossier van Artspot stond het systeem goed op punt en waren er inderdaad plannen om binnenkort ook videoclips op de tablets te zetten of speciale rondleidingen voor kinderen. Die plannen gaan niet door en heel het systeem moet nu vanaf nul opnieuw aangemaakt worden. Artspot was in 2012 twee maanden druk met het zoeken van geluidsfragmenten en achtergrondinformatie en dat is nog exclusief de ontwikkeling van de software.
Het museum zelf was blijkbaar ook niet helemaal tevreden over de voorwaarden van het contract met Artspot. Dat zou opgesteld zijn per bezoeker en niet per gebruiker, zodat het ook een bedrag moest betalen aan Artspot als mensen helemaal geen tablets gebruikten. Bovendien zouden er te weinig tablets beschikbaar geweest zijn.
Lekkend dak
Het museum hoopt snel een nieuwe aanbesteding te kunnen uitschrijven. Tegen april 2018 zou er dan opnieuw muziek klinken in het museum. Bij Jan Bossier zelf is de animo om aan de aanbesteding mee te doen, niet zo bijzonder groot. ‘Er zijn dingen gezegd in de pers die helemaal niet kloppen’, zegt hij tegen Computable. ‘Er waren niet te weinig tablets in het museum voorhanden en het contract was wel degelijk opgesteld per gebruiker en niet per bezoeker. Daar heb ik ook bewijzen van. Maar goed, het is natuurlijk gemakkelijk om je achter de regeltjes te verstoppen. Wij hebben trouwens ook regelmatig aangedrongen op een onderhoud met het museum om de situatie te evalueren, maar dat was nooit mogelijk. Ik heb die mevrouw De Poorter nooit gesproken.’
Belgische staatsmusea zijn een federale bevoegdheid, terwijl de post ‘cultuur’ een bevoegdheid is van de deelstaten. Daardoor vallen ze tussen twee vuren en krijgen ze vaak niet de nodige aandacht van het beleid. Een berucht voorbeeld is het Brusselse Koninklijke Museum voor Schone Kunsten waar het dak van lekt en waar het personeel met emmers aan de slag moet bij hevige regenbuien. Vorig jaar nog moesten er verscheidene kunstwerken in veiligheid gebracht worden omdat gevreesd werd voor waterschade.