Weinig innovatief. En peperduur. Dat was de voorbij dagen soms wel de teneur over Apple en hun nieuwste paradepaardje: de iPhone X. Maar klopt het ook?
Ik ben absoluut geen Apple fanboy. Eerlijk gezegd heb ik zelfs een beetje een hekel aan het bedrijf, dat er een gewoonte op nahoudt om zelden of nooit te antwoorden op vragen van Belgische journalisten. En ik stoor me ook wel eens aan de overexposure die ze krijgen in de media.
Maar ondanks dat alles, heb ik toch de neiging om deze keer voor hen in de bres te springen. En wel om deze stellingen te ontkrachten.
Stelling 1: iPhone X is peperduur
999 dollar. Zoveel zal de nieuwe iPhone X in de VS kosten. De goedkoopste iPhone X kost in ons land zelfs 1.159 euro. Dat is niet weinig. Hiermee doorbreekt een (mainstream) smartphone de symbolische grens van duizend euro. Die enkele (soms bizarre) high-end exemplaren van andere fabrikanten laat ik dan even buiten beschouwing.
Dat hoge prijskaartje wordt volgens mij wellicht geen rem. Grote concurrent Samsung bereidde de markt daar trouwens al op voor, door de Galaxy Note 8 een prijskaartje van 999 euro mee te geven. iPhone X is bovendien een premium toestel en daarnaast verlaagde Apple ook de prijs voor andere modellen.
Los hiervan is zelfs 1.159 euro een koopje als je bekijkt wat zo’n smartphone allemaal doet. Enkele weken schreven we op Computable nog dat de smartphones met grote schermen of phablets – zoals de iPhone X er één is – de tablets hebben opgegeten.
Maar de smartphone is een veelvraat. Zo kan ik nog talloze andere functies opnoemen die mijn smartphone met verve heeft overgenomen. Van camera, MP3-speler, GPS, agenda, wekker, kompas, stappenteller, horloge, tv, fotoalbum, spelconsole, weerstation, zaklamp, rekenmachine tot digicorder. Voor zoveel mogelijkheden is zelfs 1.159 euro een koopje.
Maar: De prijs stijgt behoorlijk. En dat in het hele elektro/multimedia-assortiment waarvan we er intussen aan gewend waren dat prijzen er eerder dalen. Al is de iPhone natuurlijk een geval apart. Toch even ter herinnering: de eerste iPhone kostte in zijn instapversie net geen vijfhonderd euro. Meer dan de helft dus.
Stelling 2: Apple is niet meer innovatief
Deze gaat al langer mee. Ook bij deze aankondiging was dit soms de teneur. Het feit dat bijna alles over de iPhone 8, 8 plus en X al bekend was toen de show nog moest starten, speelde natuurlijk ook een rol.
Toch is Apple nog innovatief. Alleen heeft alles te maken met wat je onder innovatie verstaat. Het biedt niet meer de disruptieve innovatie die velen nog verwachten. Die hadden ze natuurlijk wel bij de eerste versie van hun product. Met de lancering van de iPhone veranderde Apple in 2007 de wereld. Wat Cirque du Soleil deed met circus, deed Apple in veelvoud met de smartphone: het was revolutionair en succesvol.
Vandaag mikt Apple op incrementele innovatie. Elke keer een stapje verder. Deze keer was dat onder meer met hun gezichtsherkenning en het glazen scherm. Zo bestaat de voorkant van de iPhone X uitsluitend uit beeldscherm. Incrementele innovatie is misschien de meest saaie vorm van innovatie, maar het blijft wel innovatie.
Maar: mogen we van een bedrijf als Apple misschien meer verwachten? Zeker als we dat vergelijken met concurrenten als Samsung en Huawei die op diverse vlakken zeker niet minder innovatief zijn dan Apple.
Apple doet me soms denken aan de voetbalclub die wel telkens kampioen speelt, maar waar de supporters toch wel eens klagen over het gebrek aan spektakel op het veld.