Miljoenen containers worden dagdagelijks verplaatst, maar de lege, die zijn een pest voor rederijen en transporteurs. In deze business zag het nog jonge bedrijf Avantida een gat in de markt. Met hun platform leggen ze zich immers toe op het optimaal laten hergebruiken van deze containers. Dit doen ze overigens met een overdonderend succes. Tijd om eens achter de schermen van deze internationale groeier te kijken.
Avantida werd opgericht in 2012 door Patrick De Deken, Luc De Clerck en Mark De Keyser, maar eigenlijk startte de commercialisering van het platform pas in 2013. ‘In het begin combineerden we het uitbouwen van het platform met enkele andere projecten om onze cashburn binnen de perken te houden’, geeft Luc De Clerck een van de medeoprichters aan. ‘Oorspronkelijk waren we met drie vennoten, maar ondertussen zijn we met 26 medewerkers en hebben we naast ons kantoor in Antwerpen waar alles begon, ook een uitvalsbasis in Polen.’
Rederijen verlossen van een zware kost
Met hun platform willen ze rederijen en transporteurs verlossen van de zware kost van lege containers. ‘Met reUse willen we veel meer beweging in deze lege zeecontainers krijgen. Wij functioneren hier eigenlijk als neutrale partij tussen transporteurs en rederijen. We brengen vraag en aanbod op een makkelijke manier bij elkaar. Zo voorkomen we met ons cloudplatform transporten van lege containers of dat containers te lang stilstaan.’
Dat ReUse succes kent is zeker niet overdreven. ‘Vandaag zijn we in negen landen actief in Europa. Overal waar containers binnenkomen wordt ons platform gebruikt. De ambitie is om binnen twee jaar in een dertig landen actief te zijn. Ambitieus, maar haalbaar’, glimlacht De Clerck.
ReUse pakt een internationale problematiek aan
‘We pakken een internationale problematiek aan, waar niemand echt bij stilstaat, maar die rederijen en transporteurs handenvol geld kost. Bovendien doen we dat via een uniek concept. Wij bouwen technologie, maar verkopen geen pakketten. Wij worden enkel vergoed naargelang het aantal gelukte transacties. Op deze transacties en matches hebben we een commissie en daar zit ons verdienmodel. Logisch dus dat we willen dat zoveel mogelijk rederijen en transporteurs van onze oplossing gebruik maken. We werken trouwens met een prepaid model, waarna de credits vrijelijk gebruikt kunnen worden door onze klanten.’
Snel schakelen
Met eigen middelen wist Avantida voet aan de grond te krijgen in zeven landen, maar om een snellere groei te bewerkstelligen werd vorig jaar uitgekeken naar bijkomend kapitaal. ‘We zijn vorig jaar inderdaad gesprekken aangegaan met zowel private equity partijen als industriële groepen. Uiteindelijk hebben voor een samenwerking met het Amerikaanse Inttra gekozen. Deze industriële groep is voor de helft in handen van private equity spelers en voor de helft in die van rederijen. Een logische keuze dus, want daar zitten immers onze klanten. Momenteel zijn er nog geen collega’s of gelijkaardige platformen, dus snel schakelen is de boodschap. Je weet immers nooit wanneer het first mover voordeel is uitgewerkt’, geeft De Clerck aan.
De technologie die Avantida gebruikt is nochtans niet uniek. ‘We differentiëren ons in ons businessmodel, niet in technologie. We werken volledig in de cloud en met Microsoft Azure, maar dat zijn maar middelen, niet het doel. Via een community geldstromen op gang brengen, dat is wat ons uniek maakt.’
Verkleinen van de ecologische footprint
Uiteraard is de start-up in de beginfase in een aantal valkuilen gelopen. ‘Ja, we hebben als ondernemers best wel wat leergeld betaald die onze time to market wat verlengd hebben, maar die kinderziektes zijn we ondertussen ontgroeid. Binnen nu en twee jaar willen we voet aan de grond hebben in dertig landen, maar daarvoor hoeven we er zelf geen vestiging te hebben. Onze dienstverlening gebeurt remote en de lokale implementatie is vrij simpel.’
De Europese rederijen zijn ondertussen overstag en dat gaat rond. ‘In de beginfase hebben we best veel ondersteuning gehad van Flanders Investment & Trade, maar ondertussen kunnen we op eigen kracht verder. We volgen de rederijen wereldwijd in hun zog en dat gaat best hard’, besluit De Clerck.