Een ondergrens voor breedband kan een goed idee zijn. Alleen niet hoe het ministerie van Economische Zaken (EZ) het nu voorstelt. Dit is de discussie-stelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
Een vanuit de overheid aangejaagde (of zelfs opgelegde) ondergrens voor breedbandinternet is an sich een goed idee. De beschikbaarheid van een minimale snelheid voor snelle internetverbindingen helpt e-commerce, telewerken, moderne vormen van amusement, en zaken die nu nog niet (goed) zijn te voorzien. Deze factoren hebben zelf weer een vlekwerking; ze drijven andere ontwikkelingen, initiatieven en industrieën aan.
Minister Henk Kamp van EZ pleit in een brief aan de Tweede Kamer dan ook voor zo’n ondergrens voor breedbandige internetverbindingen in Nederland. Een goede zaak. De bewindsman toont zich ambitieus door de komende Europese vereiste te verdubbelen. Kamp denkt aan 100 Mbps. En dat dan tegen 2025. Ja, over acht jaar dus. Natuurlijk valt infrastructuur niet op stel en sprong uit te bouwen voor hogere snelheden. Maar 100 Mbps in 2025 is toch wat laag, en laat. Wat vind jij?