Vanaf volgend jaar kunnen werknemers hun bedrijfswagen inruilen voor geld. Haast geen enkele beroepsgroep telt in verhouding meer firmawagens dan ict’ers. Gaan zij hun wagen inruilen? En hoeveel krijg je ervoor?
Van alle it’ers heeft in ons land meer dan de helft (54 procent) een bedrijfswagen, en bij de meesten hoort daar ook een tankkaart bij. Enkel consultants en externe verkopers beschikken in verhouding nog meer over een bedrijfswagen.
Binnen de it-sector ligt het aandeel van de firmawagens zelfs nog hoger. In sommige it-bedrijven hebben zestig tot zeventig procent van de ict’ers die er werken een bedrijfswagen. De cijfers komen uit de recente loonwijzer van Jobat.
Hoe werkt het?
Ook al is zo’n bedrijfswagen een fiscaalvriendelijk deel van je loonpakket, niet iedereen heeft er nood aan. Mogelijk woon je dicht bij je werk, werk je vaak thuis of ben je de files gewoon beu en is de trein makkelijker.
In dat geval is het inruilen van de bedrijfswagen in ruil voor cash een optie, een regeling die normaal gezien vanaf volgend jaar in voegen raakt en na een jaar wordt geëvalueerd. In realiteit zie je dan na die ruil je zogenaamde mobiliteitsbudget op je rekening gestort worden.
Hoeveel krijg je per jaar?
Dat hangt van je bedrijfswagen af. De basis voor het mobiliteitsbudget is namelijk de cataloguswaarde van de ingeleverde bedrijfswagen. Die cataloguswaarde wordt herleid tot 6/7de en vervolgens uitgesmeerd over vijf jaar. Hoe duurder de wagen, hoe hoger dus het budget. Het mobiliteitsbudget wordt met twintig procent verhoogd als de werknemer ook zijn of haar tankkaart inlevert.
Het bedrag verschilt sterk. Automobielorganisaties Touring en VAB en zakenkrant De Tijd maakten de berekening. Zo levert een Tesla met een cataloguswaarde van 88.000 euro plus tankkaart een jaarlijks bedrag op van iets meer dan 18.000 euro per jaar. Voor een Opel Astra met cataloguswaarde van 22.000 euro gaat het om een kleine 3.900 euro dat jaarlijks op je rekening zou verschijnen.
Een VW Golf, ook onder it’ers een populaire bedrijfswagen, heeft 24.500 cataloguswaarde en biedt je jaarlijks ruim 4.200 euro. Voor de eveneens courante Audi A3 is dat zowat 4.800 euro per jaar. De Audi A4 is goed voor 36.500 euro aan cataloguswaarde en ongeveer 6.300 per jaar.
Voor iedereen?
Het systeem is – in eerste instantie – enkel bedoeld voor zij die in loondienst werken. Dus niet voor de zelfstandige freelancers onder ons.
Een verplichting is het bovendien zeker niet. Een werknemer kan vrij kiezen of hij overstapt op een mobiliteitsbudget. Maar ook de werkgever is er niet toe verplicht. Per definitie kan zo’n mobiliteitsbudget pas nadat een werkgever al minstens drie jaar bedrijfswagens aan zijn personeel aanbiedt.
Gaat het ook gebruikt worden?
De bedoeling is om met het systeem de aanzwellende files te verminderen, al lijkt dat effect eerder beperkt. Uit een bevraging van hr-specialist Acerta bij bedrijfsleiders en hr-managers blijkt dat zowat tachtig procent van hun werknemers niet echt geïnteresseerd is.
‘Polsen we vandaag bij werkgevers naar hun verwachting dan stellen quasi 48 procent van hen dat geen enkele van hun werknemers de firmawagen zal willen ruilen voor een mobiliteitsbudget in cash’, weet Chris Wuytens, managing director Acerta Consult.
En ruim dertig procent stelt, volgens Wuytens, dat maximaal tussen één en tien procent van hun werknemers met een firmawagen op deze mogelijkheid zouden willen ingaan. ‘Aan het enthousiasme bij de betrokken werknemers omtrent deze nieuwe wet is dus nog wel wat werk.’