Belgische it-beslissers maken zich bovengemiddeld zorgen over de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG, beter bekend als de GDPR), die op 25 mei volgend jaar ingaat. Bijna een derde (29 procent) vreest dat hun organisatie niet tijdig voldoet aan de gestelde eisen op het gebied van gegevensbescherming. Dat is hoger dat het Europese gemiddelde van 22 procent. Zo blijkt uit Europees onderzoek van Kaspersky Lab.
Op Europees niveau zien it’ers dat de wetgeving kansen brengt. 63 procent van de it-beslissers verwacht dat de GDPR bijdraagt aan een sterkere positie op de werkvloer. Dit omdat het hen de autoriteit geeft om de gegevensbescherming te handhaven binnen de organisaties.
Ook denkt de helft (51 procent) dat de GDPR zorgt dat it’ers hun werk beter kunnen doen. Bovendien wil de meerderheid (66 procent) graag training krijgen over de betekenis van de GDPR voor hun organisatie.
In België zijn it-beslissers minder enthousiast over de kansen van de GDPR. Ruim een derde (35 procent) voelt zich overweldigd door de regelgeving en de ermee samenhangende werkzaamheden. 43 procent meent dat de wetgeving bijdraagt aan een sterkere positie op de werkvloer en een kwart (26 procent) is van mening dat de regelgeving helpt de werkzaamheden beter uit te voeren. Wel staat bijna de helft van de it-beslissers (47 procent) open voor een training over de impact van de GDPR op hun organisatie.
Onderzoeksrapport
Voor het onderzoeksrapport ‘From overwhelmed to empowered: the IT department’s GDPR journey towards good data health’ ondervroeg Kaspersky Lab tweeduizend it-beslissers uit België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje, Portugal, Nederland, Denemarken, Zweden, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk.