Patchen na verloop van tijd is passé, dat maakt ransomware WannaCry nu wel duidelijk. Dit is de discussie-stelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
De massale uitbraak van de ransomwareworm WannaCry heeft de wereld met de neus op een pijnlijk feit gedrukt. Patchen gebeurt nog altijd niet tijdig. Want deze digitale gijzelingsplaag benut een gat waarvoor Microsoft al in maart een patch heeft uitgebracht. Natuurlijk, kostbare en oude medische apparatuur in ziekenhuizen valt niet altijd – of zelfs helemaal niet – te patchen. Dit vanwege vereisten voor support of zelfs weggevallen leveranciers van die computergestuurde apparatuur. Maar WannaCry heeft ook gewone pc’s flink geraakt, bij uiteenlopende organisaties en bedrijven.
De aangerichte schade is dan ook enorm, alleen al aan uren die ict-professionals en security-experts kwijt zijn aan reddingswerk na de ramp. Dit werk bestaat uit gegijzelde pc’s proberen te herstellen, back-ups terugzetten, firewalls en securitysoftware bijstellen, beleid aanscherpen, en nog veel meer activiteiten. Daarnaast is er nog de schade van weggevallen productiviteit doordat gewone werknemers hun werk niet konden doen. Patchen moet dus pronto, voortaan altijd. Wat vind jij?