3D ín games is geaccepteerd, maar 3D-weergave ván video en videogames is dood. Dit is de discussie-stelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
De techwereld is minstens zo modegevoelig als de fashion industry. De ene na de andere hype duikt op, wordt met miljarden uitgebouwd en met miljoenen gemarket. Soms wordt een hype een trend, en soms ook zelfs de norm. Zie maar wireless networking, breedbeeldschermen, multicore processors, high-definition schermresoluties, en andere ict-zaken die nu heel gewoon en zelfs onmisbaar zijn (geworden).
En soms flopt een hype, na ook investeringen van miljoenen of zelfs miljarden. Zoals 3D dus. Niet driedimensionaal als ín virtuele (game)werelden, wat door klassieke games als Wolfenstein en Doom naar de pc-massa (en ver daar voorbij) is gebracht. Dat 3D is geaccepteerd en haast alomtegenwoordig. Het 3D dat nu echt passé is, is het driedimensionale van videoweergave: van tv en films thuis, en van videogames. Zie maar Ninendo’s exit met zijn 3DS: de nieuwste gameconsole van de Japanse pionier is namelijk gewoon een 2D-uitvoering van het 3D-apparaat dat zonder 3D-bril toch een driedimensionale game-ervaring wist te bieden. 3D is dood. Wat vind jij?