De misvattingen rondom end-to-end-monitoring beginnen al bij de benaming: het wordt ook wel application performance monitoring genoemd, applicatiemonitoring, eindgebruikersmonitoring of ketenmonitoring. Gelukkig hebben al deze termen één aspect gemeen: het woord ‘monitoring’.
Dat het online een veelbesproken onderwerp is, is zeker. Met ruim zeventig miljoen hits op Google, is het tijd om de vier grootste misvattingen rondom end-to-end-monitoring de wereld uit te helpen.
- ‘Wanneer al mijn applicaties een goede performance hebben, zal de applicatieketen ook wel goed werken’
Monitoring gebeurt in veel bedrijven op applicatieniveau. Hiermee sla je als organisatie de plank mis en verkrijg je niet één objectieve waarheid. Individuele resultaten laten zien of een bepaalde leverancier aan de SLA voldoet. Vaak wordt hierbij buiten beschouwing gelaten hoe de applicaties werken in de keten en welke afhankelijkheden zij hebben. Dit maakt dat het onduidelijk blijft hoe de losse onderdelen als gezamenlijke keten presteren – en dus hoe de eindgebruiker de dienst ervaart. Een integraal overzicht in de end-to-end-monitoring is dus niet alleen van belang voor het inzicht in de ketenproblemen, maar ook voor het koesteren van de tevreden eindgebruiker. Hierbij is het belangrijk om duidelijk te krijgen wanneer de eindgebruiker precies tevreden is. De grenswaarden die hieruit voortkomen kunnen worden meegenomen in de monitoring, waardoor de veeleisende eindgebruiker van tegenwoordig niet wordt gepasseerd.
- ‘Door te outsourcen, outsource ik ook mijn problemen’
Door het outsourcen van applicaties geven organisaties hun verantwoordelijkheid voor performance uit handen. Dit lijkt misschien een geruststellende optie, maar de praktijk bewijst het tegenovergestelde. Hoe meer componenten er wordt geoutsourcet, hoe ingewikkelder de applicatieketen en daardoor hoe lastiger om de end-to-end-monitoring goed in te richten. Bij meerdere leveranciers of technologieën in de keten, neemt de kans op verstoringen snel toe en is de keten meer dan de som der delen. Wanneer component A en B elk tien procent onbeschikbaar mogen zijn en de applicatie van beide componenten afhankelijk is, dan is de kans groot dat de onbeschikbaarheid toeneemt met A + B = 20 procent.
- ‘Meten is weten’
De meeste bedrijven doen wel ‘iets’ aan monitoring. Helaas gebeurt er in de praktijk vaak maar weinig met de uitkomsten van de metingen, vertegenwoordigen de metingen niet de gehele keten, of bereiken ze niet het gewenste resultaat. De gemiste kansen vormen hierbij vaak:
- Monitoring gebeurt op technisch niveau, maar niet vanuit het perspectief van de eindgebruiker;
- Monitoring gebeurt alleen op applicatieniveau en niet vanuit de ketengedachte of het businessproces;
- De metingen zijn niet onafhankelijk. Hierbij zie je vaak dat de leverancier van een bepaalde applicatie, de applicatie zelf ook meet;
- De resultaten van de metingen van verschillende applicaties kunnen niet worden vergeleken door de afwijkende metrieken.
- ‘Wij monitoren zelf al. Uitbesteden kost te veel geld’
Dit is een gevaarlijke uitspraak vanuit het bedrijfsleven. Wanneer er geen inzicht is in de applicatieketens en de end-to-end-monitoring niet goed is ingericht, hoe weet je dan waar de knelpunten zitten en wat je misloopt qua inkomsten door deze vertragingen? Dit is ook de reden waarom nog steeds veel it-projecten van start gaan zonder vooraf duidelijke kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) en recuirements op te stellen. Pas wanneer de problemen zich voordoen, wordt er nagedacht over end-to-end-monitoring. Dit is de omgekeerde wereld. Hierbij is het vaak het geval dat ‘problemen achteraf oplossen’ duurder en minder efficiënt is, dan ‘problemen vermijden’.
Door end-to-end-monitoring, met de eindgebruiker als focuspunt, profiteer je uiteindelijk van vele voordelen, denk aan:
- Snelle domeinbepaling;
- Korte oplostijden;
- Minder kosten;
- Beter imago van de it;
- Tevreden klanten én medewerkers;
- Effectief leveranciersmanagement.
Denk dus niet ‘te makkelijk’ over end-to-end-monitoring, want zoals je ziet aan de voordelen, zou het een key-component van elke organisatie moeten vormen.