Minister van Mobiliteit Ben Weyts is een wettelijk kader aan het uitwerken waardoor alternatieve taxidiensten als Uber in ons land legaal kunnen werken. Dat schrijft De Tijd.
In het nieuwe voorstel wil Weyts een verschil maken tussen ‘standplaatstaxi’s’, die op vast locaties wachten en ‘straattaxi’s’, die passagiers oppikken als ze hun hand opsteken of als ze via een digitaal platform worden opgeroepen. Onder die laatste categorie zou dan Uber vallen en ook eventuele toekomstige concurrenten van het Amerikaanse bedrijf. Beide groepen moeten beschikken over de nodige vergunningen en in orde zijn met de fiscale en sociale regels.
De reacties op het voorstel lopen nogal uiteen. Uber zegt alvast uit te kijken naar de nieuwe regeling en wijst er op dat Vlaanderen nu al een van de meest dichtgeslibte wegennetten van Europa heeft. De taxisector zelf waarschuwt voor een te sterke deregulering en hoopt vooral dat de maatregel de eerlijke concurrentie niet teniet doet. De vakbonden tonen zich het meest kritisch en verwijten Uber de sector kapot te concurreren zonder prijs- of kwaliteitsgarantie.
De plannen van Weyts moeten nog aan de regering voorgelegd worden en zijn dan ook nog lang geen wet. Uber was een tijdje in ons land actief, maar de dienst werd in 2015 verboden door een Brusselse rechtbank.