De Wiskunnend Wiske Wedstrijd. Onder die naam organiseerde de bekende wiskundige en VUB-alumna Ingrid Daubechies een wedstrijd om leerlingen uit het vijfde en zesde middelbaar de charmes van wiskunde te laten ontdekken. De finale vindt plaats op 14 maart: pi-dag.
‘Wiskunde heeft nog steeds een saai en moeilijk imago. Dat is jammer, want als wiskunde op een levendige manier wordt onderwezen, is het ontzettend boeiend’, zegt Daubechies.
Daubechies is een wereldautoriteit op het vlak van ‘wavelets’, die onder meer beeldcompressie mogelijk maken. Sinds 1998 is ze lid van de U.S. National Academy of Sciences en ze was de eerste vrouwelijke professor in de wiskunde aan de prestigieuze Princeton-universiteit. Momenteel is ze als hoogleraar wiskunde verbonden aan Duke University in North Carolina.
Prikkelende opdrachten
Om het imago van haar vakgebied op te poetsen, organiseerde Daubechies, samen met professor Ann Dooms en professor Pattie Maes, de Wiskunnend Wiske Wedstrijd. De deelnemende leerlingen (tweeduizend in totaal) hebben de voorbije maanden drie prikkelende opdrachten in klasverband moeten oplossen. De klassieke wiskunde van breuken, goniometrie, integralen en limieten kwam hier niet echt bij te pas. Wel kansberekening, vraagstukken, analyse en topologie. De klassen die de opdrachten tot een goed einde brachten, gaan op 14 maart 2017 naar de finale op campus Etterbeek, in aanwezigheid van Daubechies. Die datum is ideaal om de internationale pi-dag in de verf te zetten: 3/14.
De leerlingen krijgen tijdens de finale vier opdrachten en een rode-draadspel voorgeschoteld, die het uiterste van hun jonge breinen vragen. Niet alleen de opdrachten oplossen is immers belangrijk, maar ook hoe snel je dat doet. De winnende klassen gaan naar huis met leuke prijzen.
Voorbeeld
Een opdracht uit de voorronde:
Telkens als twee boten van de boosaardige Dr. Krimson elkaar kruisen, wisselt de bemanning een Enigmasleutelwoord uit waarmee ze hun snode plannen encrypteren. Er starten twee boten op hetzelfde moment vanop tegenovergestelde zijden van het Vigenère-kanaal. Ze varen in een rechte hoek ten opzichte van de oevers over het water. Elke boot vaart met een constante snelheid, maar de ene sneller dan de andere. Ze ontmoeten elkaar op 180m van de dichtstbijzijnde oever. Beide boten varen verder en wachten 10 minuten aan de oever voor ze terugkeren. Op de terugreis ontmoeten ze elkaar 100m van de andere oever. Hoe breed is het kanaal als je de boten reduceert tot punten? Geef een wiskundige argumentatie.