Het Communication and Information Agency van de NATO (NCI) heeft een overeenkomst getekend met Proximus om informatie uit te wisselen over cyberveiligheid. Proximus zal de NATO waarschuwen als ze indicaties van cyberaanvallen ziet op haar netwerk.
De overeenkomst met Proximus is al de tiende samenwerking (Industry Partnership Agreement of kortweg IPA) die de NCI opzet met een industriële speler. De overeenkomst voorziet in het uitwisselen van niet-geheime informatie rond cyberdreigingen en kwetsbaarheden, waardoor zowel de NATO als Proximus hun netwerken beter kunnen beschermen.
‘Via het programma worden honderden ‘indicators of compromise’ uitgewisseld’, zegt Koen Gijsbers van het NCI. ‘En dat aantal stijgt voortdurend.’ Hij noemt Proximus een ‘waardevolle partner’ voor het IPA-platform.
Voor Dominique Leroy, ceo van Proximus, brengt de instap in het programma ook zakelijke voordelen mee. ‘Om vertrouwen in onze digitale economie op te bouwen, is het belangrijk dat alle partners hun cyberweerbaarheid blijven opdrijven’, zegt ze. ‘De actoren van vandaag opereren globaal en gesofisticeerde cyberdreigingen blijven in aantal toenemen. In zo’n context is een betrouwbare samenwerking tussen belangrijke spelers cruciaal om klanten en kritieke infrastructuur te beschermen.’
Op NAVO-conferenties in 2014 en 2016 kwamen de verschillende landen al overeen om meer informatie te gaan uitwisselen, zowel onderling als met bedrijven. Proximus zelf werkt ook al enkele jaren samen met sectorgenoten om cyberbedreigingen te melden en in kaart te brengen.