Het kan de ware technologieliefhebbers natuurlijk niet snel genoeg gaan: het liefst zien we dat het komende jaar alle beloftes van de laatste digitale revolutie worden ingelost. We willen dat de technologie ons gaat ontzorgen, adviseren, rondrijden, in de watten gaat leggen en beschermen.
We willen dat onze omgeving en onze apparaten met ons meedenken, onze agenda’s bijhouden, onze vakanties boeken en ons de dagelijkse beslommeringen uit handen nemen. Maar zelfs digitale revoluties hebben tijd nodig. Hoewel komend jaar, net als vorig jaar voor veel verandering en innovatie gaat zorgen, is het misschien interessanter om te kijken hoe technologieën die nu nog in de kinderschoenen staan, binnen vijf jaar tijd onze hele wereld onherkenbaar gaan veranderen.
Het einde van de app
Steve Jobs noemde Dropbox in 2011 een ‘feature’, in plaats van een product. Hij voorspelde een toekomst waarin de Dropbox-app niet meer dan een onderdeel zou zijn van iOS. Het lijkt erop dat hij vijf jaar na dato gelijk gaat krijgen: de individuele app zoals we die kennen, staat op het punt te verdwijnen. En het zou tijd worden, ook. Want waarom zouden we voor elke kleine functionaliteit een aparte app moeten openen? Waarom laten we onze virtuele assistent niet alles voor ons regelen, van hotelboekingen tot de snelste routes naar onze bestemmingen, van onze agenda’s tot het nieuws op maat? In plaats van de ‘domme’, geïsoleerde apps zien we nu de opkomst van de virtuele assistent, die de functionaliteit van al die verschillende apps op onze telefoons, computers en tablets gaat verenigen in een enkele gebruikersinterface. Dankzij de ‘economy of api’s’ is het vooral een kwestie van alles aan elkaar koppelen en achteroverleunen. Over vijf jaar is de science fiction film ‘Her’ waarschijnlijk geen science fiction meer.
De opkomst van cyberspace
Het is momenteel nog altijd niet veel meer dan een gimmick voor girls and boys with toys, maar dat gaat in rap tempo veranderen. Augmented reality, mixed reality en virtual reality zijn binnen een paar jaar niet meer weg te denken uit het wereldbeeld en ook deze revolutie is zich al aan het voltrekken. De techniek is inmiddels zo ver dat er echt indrukwekkende resultaten mogelijk zijn en je ziet dat de engines van games en softwareplatforms virtual reality al standaard ondersteunen. De mogelijkheden zijn eindeloos en de eerste toepassingen beginnen al op te duiken. Nu nog voornamelijk op entertainmentgebied (denk bijvoorbeeld aan de bioscoop-app waarmee je in een virtuele bioscoop naar een 3D-film kijkt), maar het zal niet lang duren voor we ook zakelijke toepassingen gaan gebruiken. Want waarom zou je nog naar meetings gaan als je elkaar ook kunt ontmoeten op een virtueel strand op virtueel Hawaii? Of op de top van het Himalayagebergte, met live beelden om je heen? Alles beter dan een saaie vergaderruimte, met systeemplafond en kille tl-verlichting. Ook social media zullen een transformatie door gaan maken en een ‘immersive’ gebruikservaring gaan bieden. Het is tenslotte niet voor niets dat bedrijven als Facebook zo zwaar op virtual reality technologie inzetten.
Het lijkt allemaal nog wat ver van ons virtuele bed en de technologie is nog wat onhandzaam, maar vergelijk het met de eerste mobiele telefoons: die zijn in een paar jaar tijd van baksteenformaat tot platte en vederlichte krachtpatsers getransformeerd.
Artificial intelligence for the masses
Deep learning (de nieuwe naam voor artificial intelligence), is hot. Begin dit jaar stelde Microsoft een gratis deep learning toolkit beschikbaar op Github, wat past binnen de strategie van het bedrijf om artificial intelligence beschikbaar te maken voor de massa. Developers kunnen deze toolkit gebruiken om slimmere applicaties te ontwikkelen, die kunnen leren van hun interacties met mensen en andere computers. Denk aan applicaties die menselijke spraak volledig begrijpen, of beveiligingssoftware die werkt op basis van gezichtsherkenning. Of de eerdergenoemde virtuele assistent op je telefoon, met wie je een betekenisvol gesprek kunt voeren en die aan je gezicht kan zien in wat voor stemming je verkeert.
Het is natuurlijk onvermijdelijk dat we ook in de zakelijke wereld steeds meer toepassingen van artificiële intelligentie gaan zien en veel bedrijven en sectoren gebruiken het al in meer of mindere mate. Neem bijvoorbeeld de chatbot-applicaties van banken, die vragen van klanten beantwoorden. Of IBM’s Watson for Oncology, dat artsen adviseert bij het maken van behandelkeuzes en dat leert van de data die door de artsen zelf wordt verzameld. Naarmate de kracht van computers toeneemt, zal de technologie zich in elk aspect van onze organisaties gaan nestelen. Het zal leiden tot verregaande automatisering van bedrijfsprocessen, het zal ons gaan helpen bij het maken van geïnformeerde zakelijke beslissingen en het zal tijd vrij gaan maken die nu nog door allerlei handmatige, repetitieve taken wordt opgeslokt.
Internet of things
We zitten alweer een tijdje te wachten tot het internet of things voor consumenten de sprong van de tandenborstel en de thermostaat naar de rest van onze spullen maakt, maar er zijn nog obstakels, zoals het ontbreken van een gemeenschappelijke standaard voor veiligheid. Dat de veiligheid nog wel een dingetje is, bleek afgelopen maand, toen een groot deel van het internet in het oosten van de Verenigde Staten werd platgelegd door een DDoS-aanval afkomstig van internet of things-gadgets, als slimme beveiligingscamera’s en routers. Toch blijven we ook de komende jaren een explosieve groei van de ‘things’ zien en tegen 2020 zullen er twintig tot vijftig miljard aan het internet of things verbonden apparaten zijn (afhankelijk van aan welke analist je het vraagt).
Het industriële internet of things is allang geen toekomstmuziek meer, denk bijvoorbeeld aan de vliegtuigmotoren van Rolls Royce die voortdurend realtime data naar de fabrikant sturen, om mogelijke problemen te voorspellen en rampen te voorkomen. Of de tractoren van John Deere, die boeren informeren over welke gewassen ze moeten planten, wanneer en waar ze moeten ploegen en wat de beste route voor het ploegen is. Allemaal dankzij het toevoegen van sensoren en dataconnectiviteit.
Maar ook onze kantoortuinen zullen de internet of things-transformatie doormaken. Zo werken Philips, Cisco en Axians samen aan het digitale plafond, wat het doodgewone systeemplafond transformeert tot een intelligente datahub, waarmee de productiviteit kan worden verhoogd, de beheerkosten van gebouwen kunnen worden verlaagd en medewerkers hun omgeving kunnen personaliseren. Kortom: het IoT gaat alles veranderen en bedrijven moeten zich bewust zijn van de implicaties.
Internet of everything
Al deze spannende, nieuwe technologieën kun je natuurlijk niet geïsoleerd beschouwen. Alles gaat aan alles verbonden worden en de data die we met onze verbonden auto’s, koelkasten, telefoons, sensoren, wearables en computers verzamelen, kan weer gebruikt worden om ons op allerlei andere manieren en plekken van informatie en assistentie te voorzien. Grenzen tussen internet of things, virtual reality en artificial intelligence vervagen en ook daarvan zien we nu al de eerste verschijnselen. De nieuwe modellen van Tesla worden uitgerust met drie radars, acht camera’s en een gpu die veertig keer krachtiger is dan die van voorgaande modellen. Hier zien we een snijvlak van het internet of things met virtuele intelligentie: het eerstkomende jaar gaat Tesla de functionaliteit van de autopilot terugschroeven en zal de software gaan ‘schaduwrijden’ met de bestuurder. Vervolgens wordt er geanalyseerd wat de autopilot beter zou hebben gedaan dan de bestuurder en waar de autopilot fouten zou hebben gemaakt. Tesla wil aan de hand van deze metrics aan gaan tonen dat zijn autopilot veiliger is dan de bestuurder, om uiteindelijk goedkeuring te krijgen voor het gebruik. Dit was een model dat we al kenden in SaaS, maar nog niet eerder zagen in de autowereld.
Het combineren van datasets gaat voor het nog verder vervagen van grenzen zorgen. Uiteindelijk zal de intelligentie in onze apparaten omnipresent en volledig omgevingsbewust zijn. Dit gaat voor toepassingen zorgen die we ons nu nog niet eens voor kunnen stellen, in alle mogelijke sectoren, van transport tot gezondheidszorg, van kantoren tot fabrieken. Geef het nog een jaar of vijf.
De zakelijke revolutie
Wie nog denkt dat deze brave new world zich zal beperken tot de consumentenwereld, komt de komende jaren nog voor grote verrassingen te staan. Al deze innovaties gaan hun weg vinden naar de werkvloer, precies zoals dat gebeurde met tablets, mobiele telefoons en app stores tijdens de consumerization van it. Tref je niet nu al de nodige voorbereidingen, dan sta je over vijf jaar met lede ogen langs de zijlijn. Je moet kunnen voorspellen wat mensen nodig hebben, je moet kunnen voorspellen wat ze mee gaan nemen naar de werkvloer, je moet je beveiliging hierop inrichten. Doe je dit niet, dan loop je de beste werknemers mis, maak je geen enkele kans ten opzichte van de concurrentie die wel de nodige voorbereidingen heeft getroffen en zal je grote moeite gaan hebben om je it veilig te houden.
Bedrijven die tien jaar geleden dachten dat de mobiele telefoon geen invloed zou hebben op hun zakelijke it, proberen nu de byod-revolutie het hoofd te bieden. Bedrijven die nu denken dat virtual reality, deep learning en het internet of things geen uitdaging vormen voor de manier waarop zij hun it inrichten, zijn ronduit naïef. De tijd dat it zich op kon stellen als schapenherder is voorgoed voorbij. It moet veel meer een dienstverlener en een leverancier van nieuwe technologieën gaan worden. De komende vijf jaar meer dan ooit.