We leggen allemaal stevig wat kilometers af met de wagen, als we niet stilstaan tenminste. Heel vaak gebeurt dit met bedrijfswagens en die vloot moet beheerd worden natuurlijk. En dan hebben we nog niet over trucks, openbaar vervoer en koeriersdiensten gesproken. Al deze spelers beheren hun vloot bij voorkeur met een geïntegreerd en efficiënt platform dat alle aspecten van wagenverhuur en leasing dekt. Dat is exact wat FleetMaster doet met zijn softwarepakket en dit flexibel en op maat. Daar willen we bij Computable wel eens het fijne van weten.
Willem Dumon, Tom Coene en Jochen Firey hadden vijf jaar geleden een idee: software ontwikkelen voor rijgedrag-analyse. Toen in 2012 Frederik De Witte – geen ingenieur maar een management consultant – het team vervoegde werd er echter gepivoteerd. Na een markttoetsing werd gekozen voor het ontwikkelen van een softwareplatform specifiek voor de wagenverhuur en leasing. FleetMaster was geboren!
‘Al snel hadden we door dat er wel heel wat deelproducten werden aangeboden, maar een volledig geïntegreerd planningssysteem met gegevens over klanten, leveranciers, chauffeurs en het wagenpark, dat was er niet’, geeft De Witte aan. ‘Al in 2013 wisten we klanten te overtuigen en op basis van hun input verfijnden we onze software. Sinds begin dit jaar commercialiseren we het ook en met succes. Ons product blijkt een perfect antwoord te bieden op de noden van b2b-gebruikers. Het is een flexibel, volledig geautomatiseerd pakket gebaseerd op state of the art-technologie’, glundert De Witte.
Als technologie zakelijk vernuft ontmoet
De drie oprichters hadden stuk voor een stuk een it-achtergrond. De Witte met een consultancy verleden voegde daar ook een stuk commercialiteit en zakelijk vernuft aan toe. Een ideale mix. ‘We hebben een zeer vlakke organisatie’, geeft De Witte aan. ‘We geloven sterk in partnerships, dat maakt ons flexibel en de kosten blijven beheersbaar. Bovendien halen we zo externe expertise binnen. Aan het originele team werd niets gewijzigd, we zetten wel sterk in op professionalisering. We scholen ons bij, houden elkaar op de hoogte en sturen maandelijks bij op vergaderingen.’
Tot op heden financieren de heren alles zelf. Op basis van de inkomsten en enkele leningen bouwen ze gestaag verder aan hun verhaal. Een bewuste keuze, al wordt niet uitgesloten dat er in de toekomst toch naar de kapitaalmarkt wordt gekeken om een wereldwijde expansie te ondersteunen.
Technologie als basis
Hoewel er initieel werd gekozen voor Java, werd er al snel overgestapt naar een .Net omgeving. Sinds begin 2016 wordt er een AngularJS/Node front-end gebruikt die communiceert via een Json Rest api. ‘Initieel hielden we ons ook bezig met hardware ontwikkeling, maar daar zijn we van teruggekomen. Maximale schaalbaarheid is immers het doel en de hardware belemmerde ons daarin’, blikt De Witte terug op het verleden.
‘Ondertussen werken we met een Microsoft Azure-cloudplatform, dat volledig aanpasbaar is qua uitzicht en inhoud en modulair opgebouwd is. Klanten kunnen ook kiezen om enkel de back-end als eigen backoffice te gebruiken en een eigen front-end te koppelen (eigen mobiele applicatie bijvoorbeeld).
Daarnaast heeft elke sector ook nog eens zijn eigen noden en accenten. Zo kunnen we eigen op maat gemaakte prijsberekeningen simpelweg inpluggen voor zowel leasebedrijven, koeriersdiensten als aanbieders van busreizen en openbaar vervoer. Hetzelfde geldt voor assetbeheer in het algemeen.
Ook klanten en leveranciers van onze gebruikers, kunnen toegang krijgen tot het platform om eigen reservaties, opdrachten, voertuigen en nog veel meer te beheren. Je merkt dat er heel wat bij komt kijken’, glimlacht De Witte.
Schaalbaarheid als groeimotor
FleetMaster heeft ondertussen meer dan 35 verhuur- en leasebedrijven als klant, voornamelijk in België en Nederland. Zowel kleinere verhuur- als grotere leasemaatschappijen gaan meer en meer gebruik maken van de software. Ook voor trucks werkt de software perfect en sinds kort kunnen ook touringcarbedrijven met FleetMaster aan de slag.
‘Dit jaar zullen we een driehonderdduizend euro aan omzet draaien en voor volgend jaar mikken we op een miljoen. Recent wonnen we ook de Link2Fleet Innovation Award voor leveranciers en versierden we een jury nominatie op de Fleet Europe Awards. Zaken die ons nog meer wind in de zeilen geven’, zegt De Witte.
‘Wereldwijd groeien’, is het antwoord van De Witte als het over de toekomstplannen van FleetMaster gaat. ‘Momenteel coveren we al België en Nederland, maar in fases willen we onze software wereldwijd uitrollen. In 2017 willen we zo in meer landen actief zijn met behulp van een uniek businessmodel dat we momenteel uitwerken. Daarin gaan we lokale sales en support teams zoeken die onze technologie gaan implementeren. Dit laat ons toe om sneller te kunnen groeien zonder veel risico en met integratie van lokale marktkennis en netwerken.’
Ook een verdere verbreding van de nichemarkten staat op de agenda met een lopende testfase in de markt van ongeregeld busvervoer, een lopend klantproject bij een koeriersdienst alsook de nakende opstart van een project in trucktransport. ‘Werk genoeg dus voor de boeg.’
Een waaier aan toekomstmogelijkheden
‘Lokale partners bepalen onze groei’, beweert De Witte stellig. ‘We brengen onze oplossingen immers altijd naar de markt met de hulp van een lokale partner die de markt goed kent. Deze partners zijn dan ook essentieel. We houden onze ogen en oren dan ook altijd open in onze zoektocht naar geschikte partners.’
‘Een online platform creëren dat voor alle sectoren fleet- of assetmanagement-oplossingen kan leveren, dat is wat we willen’, zegt De Witte. ‘We willen de verschillende sectoren disruptief benaderen, enerzijds door een cloud pakket aan te bieden, anderzijds door met nieuwe, frisse en vooral innovatieve ideeën de manier van denken aan te passen, klaar voor de toekomst. Uiteraard blijven we inzetten om ons platform schaalbaar en performant te houden met een minimum aan overhead. Uitdagingen liggen daar vooral in het performant te houden van de verschillende databases, die een mix zijn van relationele SQL en big data NoSQL databases’, besluit De Witte.