Apple’s nieuwste MacBook Pro-modellen hebben een ARM-processor aan boord. De energiezuinige chip vervult een bijtaak, maar wel één die Apple presenteert als innovatieve vernieuwing.
De vorige week onthulde nieuwe modellen in de MacBook Pro-lijn van Apple hebben niet de allernieuwste Intel-processors in zich. In plaats van de Kaby Lake-generatie gebruiken de laptops voor professionals de vorige generatie: codenaam Skylake. Apple zelf maakt op zijn webpagina met specificaties slechts gewag van ‘Intel Core i5’ en ‘Intel Core i7’. Laatstgenoemde topmodel in Intels processorbereik zit in de vijftien inch uitvoering van de MacBook Pro.
Niet wachten op Intel
Het betreft relatief oudere processors, die niet alleen van Intels zesde Core i-generatie zijn maar ook nog eens geruime tijd terug al op de markt zijn gekomen. Een verklaring voor deze keuze van Apple is het kostenaspect (de oudere processors kunnen goedkoper zijn voor de inkoop), maar ook het prestatieniveau (de nieuwere processors voegen niet heel veel vermogen toe).
Belangrijker nog is het feit dat Intel nog bezig is de Kaby Lake-generatie uit te rollen en dat daarbij de voor MacBooks gewenste laptopmodellen nog niet uit zijn. ‘De Kaby Lake-chip [zoals Apple die wil – red.] bestaat nog niet’, aldus een Apple-woordvoerder tegen techblog Gizmodo. De al verkrijgbare uitvoeringen zijn weliswaar energiezuinig maar zouden te low-end zijn voor de Pro-lijn van Apple’s MacBooks.
Ondertussen zou Microsoft volgens geruchten wel willen wachten op de nieuwe Kaby Lake-modellen. Dit betreft dan de Surface Pro 5-tablet. De afgelopen week gepresenteerde all-in-one desktopcomputer Surface Studio bevat wel de Skylake-generatie van Intel. Het ontwerp van deze machine, maar ook van Apple’s MacBook Pro’s, was al in de afronding toen Intels Kaby Lake in beeld kwam.
ARM naast x86
Het relatieve achterlopen wat de nieuwste Intel-generatie betreft, betekent echter niet dat de nieuwe MacBook Pro-laptops geen nieuwe hardware bevatten. Apple maakt veel van het brede touch-scherm dat de functietoetsen bovenaan het toetsenbord vervangt. Deze zogeheten Touch Bar komt compleet met een vingerafdrukscanner, naar voorbeeld van de iPhone en iPad.
Apple gebruikt voor de aansturing van de Touch Bar en voor de beveiliging van de vingerafdruk-inlog een gloednieuwe processor: de T1. Deze ARM-chip is een eigen SoC-ontwerp (System-on-a-Chip) van de Mac-maker. Daarbij draait dit een afgeleide van Apple’s watchOS, dat op zijn beurt weer is afgeleid van iOS. En dat smartphonebesturingssysteem van Apple is weer gebaseerd op Mac OS X (dat tegenwoordig macOS heet).
Eigen ontwerp
Marketingtopman Phil Schiller heeft de T1 wel genoemd in zijn presentatie van de nieuwe MacBook Pro-modellen, maar gaf daarbij geen details. Apple heeft later wel bevestigd, tegenover onder meer Ars Technica, dat het een eigen ontwerp is speciaal voor de Mac. Externe developers hebben de software en documentatie voor de Touch Bar geanalyseerd en daaruit gededuceerd dat het een ARMv7-processorcore betreft. Het zou echter meer zijn dan een regelrecht overgeplante Apple Watch-processor.
De T1 verzorgt niet alleen de interactie tussen gebaren op het brede touch-scherm en de reguliere hardware van de MacBook Pro. De Apple-eigen processor brengt ook de zogeheten Secure Enclave van de iPhone naar de Mac. Deze ‘kluis’ is ontworpen om de toegangscode en de vingerafdrukgegevens van Touch ID op de iPhone te beschermen. Apple plukt hiermee voor zijn Mac-platform de vruchten van zijn beveiligingsinspanningen voor iOS.
Werkt ook voor Windows
De T1 bewaakt ook wachtwoordkluis Keychain van macOS plus de toegang tot de ingebouwde laptopcamera, meldt MacRumors. Overigens functioneert de combinatie van de T1 met Secure Enclave, Touch ID en Touch Bar onafhankelijk van macOS. Hierdoor werkt deze embedded computer in MacBook Pro’s ook met Windows, middels Apple’s dualbootsoftware Boot Camp.