Moeten bedrijven first movers of fast followers zijn als het gaat om het omarmen van nieuwe ideeën en technologieën? Lange tijd dacht iedereen het laatste: laat anderen hun nek uitsteken en zorg ervoor dat je zelf alles op orde hebt voordat je meedoet.
Maar first movers zijn niet per se de bedrijven met het nieuwste van het nieuwste. Easy Banking was bijvoorbeeld niet de eerste app voor online bankverrichtingen. Ryanair was niet de eerste budgetvliegmaatschappij. Spotify was niet de eerste die muziek online streamde. En GE was niet de eerste die het internet of things omarmde. Maar al deze bedrijven waren en zijn nog steeds pioniers – in zoverre dat hun businessmodel onderscheidend blijft (zo niet uniek), mede doordat ze continu innoveren.
Niet mainstream
Bedrijven die er nu vol voor gaan, waren misschien niet de allereerste die innoveerden met deze technologieën. Maar ze hebben al wel geïnvesteerd in de benodigde tools, infrastructuur, processen en het talent, terwijl het bij de meeste andere organisaties bij praatjes blijft.
Dat laatste bleek bijvoorbeeld ook uit een recent onderzoek onder 690 leden van diverse Oracle-user groups. Slechts 18 procent van de respondenten gaf aan dat de zakelijke applicaties in zijn organisatie zeer of enigszins mobiel waren. De grote meerderheid van de bedrijven biedt medewerkers nog steeds niet de basismogelijkheden, zoals een smartphone gebruiken voor toegang tot voorraadinformatie of een tablet om omzetcijfers te bekijken. Verschillende onderzoeken laten zien dat slechts 1 tot 20 procent van de bedrijven geavanceerde data-analyses doet – de rest is nog niet verder dan basisrapportages. Zo mainstream als je zou denken zijn deze technologieën dus nog helemaal niet – er zijn overduidelijk nog steeds first mover-voordelen mee te behalen.
Een onbegrijpelijke strategie
Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat bedrijven in deze tijd nog een fast follower zijn. Dat komt door de snelheid waarmee digitale technologieën – en de markten die zij op zijn kop zetten – veranderen.
Want het duurde meer dan zes decennia voor de auto en de telefoon wereldwijd vijftig miljoen gebruikers voor zich wisten te winnen. Creditcards hadden 28 jaar nodig, mobiele telefoons twaalf jaar. Maar Twitter slechts twee. In één minuut liken meer dan vier miljoen mensen een Facebookpost, uploaden YouTube-gebruikers driehonderd uur aan nieuwe video’s en worden er 51.000 apps gedownload uit de Apple Store.
Op eenzelfde manier gaf cloudcomputing de innovatiecyclus een turboboost. Vroeger kostte het grootgebruikers een aantal jaren om hun zakelijke on-premise-software te kiezen, op maat te maken, te testen, te implementeren en om hun mensen te trainen als er nieuwe versies uitkwamen. Nu hoeft die hele cyclus maar een aantal maanden te duren, zeker nu cloudproviders meerdere keren per jaar met upgrades komen. Kortom, de cloud heeft zich onmisbaar gemaakt. Dat is ook de trend die ik de afgelopen jaren bij ons heb gezien, daar is flink geïnvesteerd in het ontwikkelen van een breed portfolio van clouddiensten.
Mis niets
Bovendien neemt de snelheid waarmee nieuwe ideeën aangenomen worden extreem hard toe. Als je dus een fast follower wordt, krijg je in veel gevallen te maken met een twee of drie jaar durende transformatie, en mis je zo ongeveer een complete generatie aan technologie, een volledige groep klanten of zelfs een hele trend.
Belgische innovatieonderzoeker Regis Coeurderoy – die voor het Journal of Business Research schrijft – benadrukte tien jaar geleden al het belang van continu, consistent leren en verbeteren. Als een concurrent dan jouw oorspronkelijke innovatie kopieert, kopieert hij dus alleen het artefact van jouw eerdere inspanningen. En naarmate je blijft innoveren, creëer je meer afstand tussen jou en de markt.
Bedrijven die deze weg banen, zijn dus degene die winnen. Ja, echt!