Wie ook maar een beetje met België te maken heeft, kon er niet omheen: het succesverhaal van onze nationale ploeg tijdens het EK 2016. Tot Wales ons er tijdens de kwartfinales helaas uitschopte, trokken de wedstrijden van de Rode Duivels ongekend veel kijkers. Zo keken op zondag 26 juni alleen al in België meer dan twee miljoen kijkers naar de wedstrijd tegen Hongarije – het op een na best bekeken programma ooit op de nationale televisie. Maar niet alleen in België zijn we voetbalfan; wereldwijd trekt elke wedstrijd miljoenen kijkers.
Naast de wedstrijden, trekt ook de website van Uefa een hoop bekijks. Zo had Uefa.com op 30 juni 2016 meer dan een miljoen unieke bezoekers. Op het moment van schrijven trekt de website ruim twintig miljoen bezoekers per week, en over heel 2016 genomen zijn dat er al meer dan 220 miljoen. Naar verwachting trekt Uefa.com dit seizoen zelfs meer dan 246 miljoen bezoekers.
Aan zulke bezoekersaantallen moet een stevige it-infrastructuur ten grondslag liggen. Niet alleen voor de website – die vooral particuliere bezoekers trekt – maar ook voor b2b-systemen voor het ondersteunen van klanten (internationale omroepen). En ten slotte is er nog het interne systeem waarin alles beheerd wordt. Dit systeem – Football Administration and Management Environment, ofwel: Fame – is een platform waarop alle voor de Uefa relevante componenten van het voetbal terugkomen. Van fitnesstests voor scheidsrechters tot een overzicht van accreditaties om de veiligheid te garanderen, en van reclamerechten tot de toewijzingen van parkeerplaatsen voor mobiele televisiestudio’s. Dagelijks wordt de Fame-applicatie ingezet door zo’n veertigduizend gebruikers.
Leerpunten
Om de it-infrastructuur zo goed mogelijk te kunnen laten functioneren, wordt altijd rekening gehouden met voorgaande situaties. Zo bestaat de fundering van de it die tijdens het EK 2016 gebruikt wordt, uit verschillende elementen van voorgaande evenementen. Elk jaar worden deze oplossingen opgefrist en geüpdatet. En dat is ook nodig. Elke keer komen er nieuwe learnings bij, en ook de evenementen zijn ieder jaar anders. Zo hebben we dit jaar te maken met een kampioenschap dat langer duurt, en waar ook meer landen aan deelnemen.
Bovendien verandert de digitale wereld voortdurend. Zo surft nu al meer dan de helft van de websitebezoekers vanaf een mobiel apparaat naar de website (56,6 procent), en naar verwachting zal dit aantal alleen maar toenemen. De website moet dus in ieder geval responsive zijn voor dit soort devices, maar daarnaast verwachten gebruikers ook andere dingen van websites dan pakweg tien jaar geleden. Goede content, interactie via sociale kanalen – het is voor de moderne gebruiker vanzelfsprekend. En dan hebben we het nog niet eens over ontwikkelingen als internet of things en big data.
Niet alleen de Rode Duivels moeten dus presteren tijdens zo’n toernooi; de it-leverancier moet dat minstens zo goed. Die zorgt ervoor dat de website en de overige it van Uefa te allen tijde bereikbaar, beschikbaar en gegarandeerd veilig zijn. En dat is ook noodzakelijk; van een drukbezochte website als die van Uefa tijdens een Europees kampioenschap moeten de it-diensten voor 100 procent te voorspellen zijn. Anders zouden naast de organisatie zelf, ook haar hospitalityprogramma’s, statistieken en fans de dupe zijn.
Uefa’s core business is uiteraard: voetbal. Maar zonder it en de cloud om de voetbalbond hierbij te ondersteunen, zou geen van de commerciële activiteiten van de organisatie werken. Dus hoe ver de Rode Duivels ook zijn gekomen; ik durf pas opgelucht adem te halen na een succesvolle afsluiting van het hele toernooi. Dan is het onze beurt om te juichen.