Het is weer zover. Net als twee jaar geleden barst in heel België de Rode Duivels-gekte weer los. De straten en vooral de winkels kleuren zwart-geel-rood, de Fellaini-pruiken (ont)sieren het straatbeeld, en elke voetballiefhebber weet al veel beter dan Wilmots met welke ploegopstelling onze Rode Duivels het EK moeten winnen.
Voetbal is niet alleen de belangrijkste bijzaak ter wereld, we kunnen er ook zelf veel van leren. Loop even mee door het elftal, en u zal begrijpen wat ik bedoel.
De aanval
Om te kunnen winnen, moet je scoren. En om te scoren, moet je spelers hebben die passen in de strategie die je hebt voorzien om deze tegenstander te bekampen. Meestal heb je wel een linksvoetige en een rechtsvoetige nodig. Maar tegen de ene ploeg ga je een boomlange spits opstellen en tegen de andere heb je snelle dribbelaars nodig.
Zo gaat het ook in een it-omgeving van een organisatie. Soms heb je kleine, mobiele apps nodig om de klant het beste te bereiken, en op andere momenten of voor andere toepassingen heb je meer baat bij een robuuste centrale software.
Maar we weten ook dat blindelings aanvallen vaak het beste recept is voor een gegarandeerde nederlaag. Een aanvaller speelt enkel met vertrouwen als hij weet dat een eventueel balverlies niet meteen tot een tegendoelpunt leidt. Maar een goede aanvaller is ook bereid om zelf zijn steentje bij te dragen tot het verdedigende werk.
Zo ook met onze ict-infrastructuur: een organisatie zal enkel volop durven inzetten op nieuwe toepassingen als het zeker weet dat die niet meteen de deuren openzet voor elke mogelijke cyberaanval. Tegelijk hebben ook de eindgebruikers zelf een verantwoordelijkheid. Zij moeten zorgen dat ze hun apparaat niet om de haverklap verliezen, maar ze moeten er ook op kunnen rekenen dat een eventueel verlies of diefstal niet meteen tot een datalek moet leiden.
De verdediging
Dat brengt ons naadloos bij dat andere deel van het elftal: de verdediging. Om te winnen moet je er immers voor zorgen dat je minder goals binnenkrijgt dan je er scoort. Een vlot aanvallend team moet er dus op kunnen rekenen dat de goals niet nog vlotter in eigen doel belanden.
Hiervoor zijn twee voorwaarden. Ten eerste : je verdediging moet natuurlijk voldoende stabiel zijn, dat spreekt voor zich. Maar ze moet ook heel snel kunnen schakelen. Krijgt je doelman een rode kaart? Wordt een verdediger zo erg geblesseerd dat hij moet vervangen worden? Dan moet je bliksemsnel kunnen ingrijpen zonder dat dit impact heeft op de betrouwbaarheid van de achterlinie.
In ict-termen zou ik dit vertalen in: niet alleen heb je een degelijke beveiliging van het geheel nodig, je hebt ook een software-defined datacenter nodig dat aanpassingen aan de ict-infrastrcutuur mogelijk maakt, zonder dat hierbij alle deuren wagenwijd worden opengezet. Door het datacenter volledig softwarematig uit te tekenen en te beheren, maak je die snelheid en flexibiliteit mogelijk zonder in te boeten op veiligheid.
Vergelijk het met een hotel dat met fysieke sloten op de deuren werkt tegenover eentje met digitaal vergrendelde deuren. Als alle fysieke sleutels zijn gestolen, duurt het een eeuwigheid tot alle sloten zijn vervangen. Met digitaal vergrendelde deuren duurt het twee seconden om alle sloten te herconfigureren.
Het middenveld
Terug naar ons voetbalveld. Daar hebben we natuurlijk nog het middenveld, de belangrijke link tussen verdediging en aanval. Dat kan je vergelijken met het netwerk, dat alle componenten van de infrastructuur, meerbepaald back-end en front-end, met elkaar verbindt. Een goed werkend middenveld zorgt ervoor dat de ballen bij de verdediging worden opgehaald en netjes bij de aanvallers terechtkomen waar ze die het liefste hebben.
Hoe krijg je dit in een netwerk gerealiseerd? Met netwerkvirtualisatie natuurlijk. Wie zijn netwerk virtualiseert, begint met een blueprint van alle mogelijke scenario’s die kunnen plaatsvinden binnen de ict-infrastructuur, en hoe daarop moet worden gereageerd. Zo kan je een heleboel taken automatiseren, het equivalent van het blindelings doorspelen van een bal in de wetenschap dat die bij de aanvaller in de voeten belandt. Wie deze overschakeling perfect in de vingers – of liever: in de benen – heeft, kan het verschil maken met de concurrentie.
De entourage
Tot slot misschien nog kort een woord over de bondscoach. Een goede bondscoach is perfect te vergelijken met de it-manager van morgen: beiden zijn namelijk op hun sterkst in de rol van ‘broker’, die kijkt welk talent hij beschikbaar heeft en waar de situatie om vraagt. Staan de Rode Duivels 2-0 voor? Dan kan hij inzetten op een extra verdediger. Staan ze nog steeds één doelpunt achter op vijf minuten van het einde? Dan worden alle aanvallende registers opengetrokken.
Zo ook de moderne it-manager: als enkele dagen voor het einde van het kwartaal extra capaciteit nodig is om alle bestellingen sneller te verwerken zodat de commerciële objectieven worden bereikt, dan kan die van elders in het datacenter worden ingezet. Of desnoods wordt tijdelijk een publieke cloud ingeschakeld. Want ook die zit op de virtuele reservebank van de it-manager van morgen, ook wel de hybride cloud genoemd.
De conclusie
It-managers, en bedrijven in het algemeen, kunnen veel leren van onze Rode Duivels. Het talent – lees: de noodzakelijke software, hardware, en de virtualisatietools om dit alles optimaal te laten samenwerken – is in ons land volop aanwezig. Het komt erop aan om het optimaal te benutten, met een strategische visie voor de komende jaren, én met de flexibiliteit om te reageren op de verrassingen van de komende negentig minuten. Zo worden wij gegarandeerd Europees kampioen!