Wat Linux vandaag is voor de server, wordt OpenStack voor de cloud. Groot en significant. Ook in ons land rijzen de OpenStack-projecten als paddenstoelen uit de grond. 'Met OpenStack bouwen bedrijven hun eigen Amazon cloud, zonder dat ze bij Amazon moeten aankloppen.'
OpenStack wordt vaak gemakkelijkheidshalve omschreven als een cloud OS. In de praktijk is dat iets te kort door de bocht, maar het geeft wel aan in welke context de technologie wordt gebruikt. In wezen is het een cloud orchestration platform. Sommige hebben het ook wel over virtualisatie 2.0, want OpenStack legt als het ware een extra laag bovenop je gevirtualiseerde omgeving.
‘Wij zijn al ongeveer twee jaar bezig met OpenStack. We hebben sindsdien een dedicated team van eigen ontwikkelaars die ermee bezig zijn’, vertelt Pepijn Palmans, managing director van het Belgische cloudbedrijf Stuart (het vroegere Housingcenter). ‘Maar pas sinds oktober vorig jaar zijn de eerste vragen van klanten erover komen binnenlopen’, vertelt hij. ‘Vandaag zijn er heel wat mee bezig of ze bekijken het.’
Open Source
OpenStack is gebaseerd op open source. De technologie is vrij beschikbaar en niet van een of andere leverancier. Het geeft iedereen de mogelijkheid om met de technologie te werken of ermee te experimenteren. In die zin is het vergelijkbaar met Linux, alleen gaat de reikwijdte van OpenStack veel verder. ‘Het is een soort van open source bouwdoos voor je hele datacenter, die zich baseert op twintig à dertig kerncomponenten’, aldus Palmans. Deze componenten gaan bijvoorbeeld van networking tot object storage. Componenten die overigens allemaal hun eigen naam hebben: van Swift tot Nova en Cinder.
OpenStack is een van de exponenten van het zogenaamde software defined datacenter. Je kan namelijk dankzij de ingebouwde API’s een verzoek sturen om, naast een virtuele server, bijvoorbeeld in te grijpen op netwerkniveau op een router, firewall of load balancer omdat deze deel uitmaken van de hele gevirtualiseerde omgeving. Dit alles maakt OpenStack op technisch niveau erg schaalbaar en flexibel. Het concept van de API’s en de mogelijkheden om bijvoorbeeld eigen templates te ontwikkelen, zorgen er onder mee voor dat je als het ware een heel datacenter kan virtualiseren en naar je hand kan zetten.
Dat OpenStack open source is, betekent overigens niet dat commerciële bedrijven het niet omarmen. Net als bij Linux komen velen ook af met hun eigen distributie, een vooraf instelbare en schaalbare referentie-architectuur. Bedrijven als Red Hat, IBM, Hewlett Packet Enterprises (HPE) en in zekere zin ook VMware zetten bijvoorbeeld flink in op OpenStack. Het Helion-project van HPE is hier een goede illustratie van. ‘Je merkt dat de houding bij de grote bedrijven ten aanzien van open source ook verandert. Zo werkt Microsoft vandaag bijvoorbeeld ook actief mee aan de Linuxkernel’, stelt Palmans vast.
Vormen
In de praktijk bestaan er verschillende modellen voor bedrijven om met OpenStack aan de slag te gaan. Het eerste is het pure on premise model, waarbij u het volledig zelf beheert. Maar net als met open source moet u, naast de infrastructuur, dan wel over de mensen beschikken die de technologie beheersen. Maar als we kijken naar enkele vooraanstaande organisaties die OpenStack gebruiken, blijkt dit een populaire vorm.
Een variant is het hosted private cloud model. ‘Hierbij wordt het beheer van de OpenStack omgeving overgelaten aan een derde partij maar wel in een private modus’, vertelt Palmans. ‘Bedrijven vermijden zo wel het zogenaamde vendor lockin-senario, vermits het op open source gaat. Maar anderzijds doen ze een beroep op een derde partij die er de noodzakelijke specialisten voor heeft. Je kan OpenStack namelijk behoorlijk naar je hand zetten. Je kan het programmeren, en dit vaak meer dan met de traditionele oplossingen.’
Sommige bedrijven zien de voor hen soms vrij prijzige licenties voor software als die van VMware als extra argument. ‘Net zoals bedrijven willen afstappen van hun Microsoft-licenties en naar MySQL overstappen.’
Amazon in België?
De derde vorm voor OpenStack is het public cloud-model. Hierin bouwt een Belgisch hostingbedrijf een soort van eigen ‘Amazon in België’-cloud, met dan wel het voordeel voor de klant dat uw data in België blijven en dat het beheer gebeurt door een lokale partij die de spreekwoordelijke telefoon opneemt als u een probleem heeft. In ons land zijn, naast Stuart, diverse hostingbedrijven, waaronder Combell, bezig met het uitrollen van zo’n eigen multi-tenant public cloud-aanbod op basis van OpenStack. Al biedt een partij als Combell (via Sentia) tegelijk ook wel een eigen dienst waarbij managed public cloud services worden geleverd voor Amazon AWS.
Is het wel interessant om als hostingbedrijf je eigen Amazon-achtig public cloud platform uit te rusten? Het vergt een behoorlijke investering, qua schaal kan in ons land niemand tegen Amazon op en bovendien is Amazon toch sowieso wel goedkoper voor de eindgebruiker? ‘Dat hangt er maar van af hoe je het bekijkt’, vindt Palmans. ‘Ik ken al bedrijven die met hun cloudprojecten van Amazon wilden afstappen, net omdat het op grote schaal behoorlijk duur werd voor hen.’
NASA
Overigens is Amazon in functie van OpenStack de partij waar iedereen zich in functie van het hyperscale-gehalte op richt. ‘Met OpenStack bouwen bedrijven hun eigen Amazon cloud, zonder dat ze dat bij Amazon moeten doen’, zo vatte Stefaan De Schuyter, country chief technologist bij Hewlett Packet Enterprise, het onlangs samen op een recent event bij Stuart.
OpenStack is overigens oorspronkelijk gestart bij de Nasa. ‘De ruimtevaartorganisatie was zo gecharmeerd door de mogelijkheden van Amazon AWS dat ze er zelf mee zijn begonnen, om het vervolgens in handen van de open source community te geven’, zo stelt hij. Waar uiteindelijk tientallen bedrijven mee aan meewerken en aan ontwikkelen. Alleen dat al is, volgens hem, een indicatie dat dit iets groots wordt.