Vrijdag. Na een drukke week nog even langs de droogkuis, op weg naar huis. Ik laat mijn gedachten de vrije loop. Meetings, zieke collega en hoe dit volgende week op te vangen, cadeautje voor verjaardag van mijn schoonmoeder die ik niet moet vergeten en ik moet dringend naar de garage voor nieuwe remblokjes. Ondertussen geniet ik van één of ander nieuw popdeuntje. Zalig toch? Dat uurtje deconnecteren van alles.
Alhoewel… Het vrolijke muziekdeuntje waar ik naar luister wordt voortdurend onderbroken door biepjes die me wijzen op nieuwe mailberichten, Facebook-posts, mijn auto die dringend (ja, ik weet het) op onderhoud moet en een sympathieke vrouwenstem die me vriendelijk aanmaant de tweede afslag rechts te nemen.
Het wordt opnieuw druk in mijn hoofd. Ik denk bijna nostalgisch terug aan de jaren waar airco en ABS nog dé opties waren bij de aanschaf van een nieuwe wagen. Tegenwoordig biepen opties en schreeuwen ze om aandacht. En ik weet nu al: de komende jaren wordt het alleen maar erger. Internet geconnecteerde wagens die je bombarderen met al dan niet nuttige informatie. ’Location based services’ die me er attent op maken dat ik binnen tweehonderd meter een Pizza Hut passeer. Nuttig? Storend? In ieder geval wordt je aandacht toch maar telkens opnieuw opgeëist.
Digibesitas
Los van mijn bedenkingen over de gevolgen voor onze veiligheid in de wagen, zie ik ook spontaan het ’digibesitas’-spookbeeld opduiken. Kort samengevat is dit: een overdosis aan schermen en informatie, zowel qua aantal als qua aantal uren die we voor deze schermen doorbrengen. Op kantoor zowel als thuis.
Een ‘connected car’ betekent dus nog méér tijd doorbrengen met het bekijken van alweer een scherm. Mijn wagen was één van de weinige plaatsen waar ik nog even tot rust kon komen en afkicken van al die schermen. Naarmate het aantal internet-geconnecteerde wagens toeneemt, daalt de kans op dat zeldzame moment waarbij we niet met informatie op een scherm worden bestookt.
Natuurlijk kan die informatie bijzonder nuttig zijn. De techneut in mij heeft het moeilijk iets anders te beweren. Informatie over files en ‘realtime’ advies (op basis van verkeerscamera’s en sensoren) over hoe die te vermijden: alternatieve wegen of trager rijden. Het valt nu al te voorspellen dat ook hier de ongewenste – of minstens slecht getimede – informatie de nuttige en gewenste informatie zal overspoelen.
Iedereen een digitaal paspoort?
Eén van de manieren om digibesitas te helpen bestrijden is het invoeren van verschillende gebruikersprofielen in een zogenaamd ‘digitaal paspoort’. Dit paspoort houdt bij welke informatie ik waar en wanneer wil ontvangen. Zo kan ik zelf bepalen waar mijn aandacht op welk moment naartoe gaat. Zo worden opnieuw rustpauzes gecreëerd om naar hartelust te mijmeren.
Van sommige informatie wil ik misschien, zelfs in mijn wagen, meteen op de hoogte zijn: nieuwe Amerikaanse president verkozen, Adele last extra concert in of Belg wint Ronde van Frankrijk. Maar welk nummer België instuurt naar het Eurovisiesongfestival? Daar licht mijn dochter me ’s avonds tijdens het eten wel over in.
Met de juiste technologie wordt het instellen en achteraf bijstellen van de verschillende profielen kinderspel. Zo kun je niet alleen beter selecteren welk profiel wanneer wordt geactiveerd, het kost je bovendien weinig tijd en energie om je digitaal paspoort samen te stellen.
Want ook dat is digibesitas: te veel tijd moeten besteden aan de configuratie en het beheer van je verschillende toestellen. Hoe intuïtiever de interface, hoe lager de kans op digibesitas. Zo creëer je als het ware een digitale variant van de Weight Watchers: de juiste boodschap op het juiste moment op het juiste scherm, zodat je nooit zeven schermen tegelijk in de gaten moet houden om toch die informatie te krijgen waar je op dat moment behoefte aan hebt.
Wie verkiest om in de wagen geen enkele professionele mail te ontvangen, of net alleen maar zakelijke informatie wil ontvangen, kan dit perfect zo instellen. En je kan ook alle informatie van op afstand wissen als de wagen ooit zou gestolen worden.
VRT als persoonlijke informatiebeheerder?
Naast het digitaal paspoort zelf, heb je ook een externe partij nodig die al je mobiele apps beheert. Dit houdt in dat je profiel, met je digitale voorkeuren per toestel, wordt gekoppeld aan je app-bibliotheek, zodat je in de wagen niet wordt gestoord door apps die je enkel op je desktop of notebook wil ontvangen. Uiteraard kan deze derde partij niet Apple of Google zijn, aangezien het merendeel van de apps van hun platform worden gedownload en zij dus eigenlijk betrokken partij zijn. Maar wie moet dan wel die rol van externe partij op zich nemen zonder dat commerciële belangen de neutraliteit in het gedrang brengen?
Misschien is hier wel een rol weggelegd voor onze openbare omroep? Waarom zou de VRT deze profielen niet kunnen bewaren en op basis van het toestel waarmee de gebruiker hun platform contacteert, de juiste selectie maken van toegelaten en verboden apps? Het zou meteen een volledig nieuwe invulling geven aan de kerntaken van de openbare omroep: informeren, opvoeden en entertainen. Die taken blijven bewaard maar krijgen een persoonlijke filter op maat van ieders voorkeur en van het toestel waarmee ze op dat moment werken.
De openbare omroep als bestrijder van de publieke kwaal van de toekomst: ’digibesitas’. Of hoe een autorit, ook vandaag nog, kan inspireren.