Het was begin 2004, enkele maanden voor de beursgang, toen een kransje journalisten uitgenodigd werd voor een lunch op de bovenste verdieping van de Belgacomtorens. Het was grotendeels peptalk. Financieel wonderkind Didier Bellens had het helemaal onder de knie, goochelde koud met cijfers, maakte indruk, stijf, maar toch indruk. Tegelijk kregen de journalisten een opmerkelijke mededeling ingefluisterd. De topman moest onder het mes., had een hersentumor, dat dit tot de privé-sfeer behoorde, dat dit niet in de krant moest, zo net voor de beursgang. De media volgde de raad en publiceerde niets.
De beursgang werd een succes. Bellens werd geroemd om zijn aanpak. De Belgische staat kon de komende decennia, nu nog, rekenen op honderden miljoen euro’s aan dividenden. Toen hij bijna tien jaar later, tijdens een uiteenzetting in een Brusselse zakenclub vertelde dat de premier elk jaar rond deze tijd van Sinterklaas langskwam om een zak geld werd die uitspraak hem teveel. Er zaten twee journalisten van Trends-Tendances in de zaal. En hoewel de verantwoordelijke uitgever Didier Bellens op het hart gedrukt had dat ze niets zouden schrijven, dat hij vrijuit kon praten, werd zijn boude maar terechte uitspraak wel gepubliceerd. Exit Bellens.
Hij was 47 jaar toen hij door Albert Frère, de rijkste zakenman van België, naar voor werd geschoven als nieuwe topman van Belgacom. Bellens was in zijn GBL groep jarenlang eerst financiëel directeur en zorgde later, in 1998 als algemeen directeur voor de verkoop van de Bank Brussel Lambert aan ING. In 2001 werd hij ceo van RTL, waar Frère ook een stevige aandeel in had.
Bij Belgacom kreeg hij een zware erfenis van de plots overleden charismatische ceo John Goossens. In tegenstelling tot zijn voorganger koos hij voor een financieel voorzichtig en beredeneerd pad. Goossens had nog toenadering gezocht met KPN en bijna was het tot een fusie gekomen ware het niet dat de keuze voor wie de topman zou worden en waar de hoofdzetel zou komen, onmogelijke hinderpalen bleken.
De enige zwaar gecontesteerde zet van Bellens was de onverwachte overname van Telindus begin 2006. Het was een strategisch meesterlijke zet want de concurrentie werd uitgeschakeld. Zoals verwacht bood de overheid geen tegenstand. Bellens werd wel beschuldigd van voorkennis omdat hij een groot pak aandelen van Telindus had gekocht net voor de overname, maar kwam ook hier mee weg.
Belgacom, nu Proximus, groeide dank zij de aanwas van internet- en tv-diensten. De enige concurrent Telenet beperkte zich tot Vlaanderen. Financieel ging het de dominante operator voor de wind. Bellens schoof met zijn management, maakte een einde aan de enorme baronie aan de top en plaatste enkele belangrijke pionnen. De enige vertrouwensman die hij dicht aanhield was de financiële, oudere topman Ray Stewart. Ook dat was geen toeal.
In de herfst van 2011 moest Bellens voor het eerst buigen voor de overheid toen hij een fors deel van zijn verloning moest inleveren. Zijn strapatsen met de Siciliaanse Cassandra, Concetta Fagard, leverde hem ook bijzonder veel kritiek op en zorgde binnen Belgacom eveneens voor heel wat commotie. De media gingen er met graagte en heel wat plezier op door. Mede daarom werd hij ondanks zijn sterk parcours nooit erkend als Manager van het jaar.
Didier Bellens is op 28 februari 2016 na een langdurige ziekteperiode overleden.