Volgens de ene is Voice over IP (VoIP) intussen de norm in het zakenleven. Volgens de andere raakt het totaal niet van de grond in België. Computable.be geeft de exacte stand van zaken. En die ziet er anders uit dan u zou denken.
‘Op onze smartphone zijn internetbeldiensten als Skype en Facetime al ingeburgerd. Maar in de zakenmarkt staat VoIP nog nergens’, zo begon een artikel onlangs in een Belgische krant. Tijd om de proef op de som te nemen. Drie vaststellingen over VoIP in ons land.
1. Bij grotere bedrijven is VoIP ingeburgerd
Op dit moment geeft 46 procent van de Belgische bedrijfsvestigingen aan gebruik te maken van toepassingen van VoIP. We hebben het dan over vestigingen met meer dan vijftig werknemers. Dat blijkt uit een onderzoek van Computer Profile enkele maanden geleden bij 3200 organisaties in ons land.
VoIP is dus wel ingeburgerd, al maakt toch nog altijd een meerderheid van de Belgische organisaties er geen gebruik van.
Echt fors toenemen doet VoIP overigens niet. Zo ligt het gebruik maar 1 procent hoger dan in 2013. Het gebruik van Voice over IP lijkt de afgelopen jaren dus een punt van verzadiging te hebben bereikt.
Er is ook een groot verschil tussen de sectoren. Het onderwijs en de bouwsector zijn de segmenten die het meest achterblijven bij de ingebruikname van spraaktoepassingen over dataverbindingen. Daar gebruikt zowat één organisatie op drie VoIP. Maar bij andere sectoren, zoals ict en bij nutsbedrijven, is dat het dubbele.
2. Grote verschillen in marktaandelen (en regio’s)
Voor VoIP zijn er in de bedrijfsmarkt grote verschillen inzake het gebruik per regio. In Vlaanderen ligt het gebruik op 45 procent van de bedrijfsvestigingen. Maar voor locaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt dit beduidend hoger, namelijk op 56 procent. De reden hiervoor is dat in die regio er ook meer grotere bedrijven bevinden. De VoIP-penetratie in Wallonië hinkt dan weer wat achterop: circa 41 procent van de bedrijfsvestigingen gebruikt VoIP.
De meest voorkomende leveranciers op het gebied van VoIP op de Belgische markt zijn Cisco, Mitel (dat onlangs concurrent Aastra overnam) en Siemens. Deze drie leveranciers worden op korte voet gevolgd door Alcatel-Lucent en Avaya.
Alle andere partijen, toch nog goed voor ongeveer een kwart van de markt, vormen minder dan 10 procent van alle VoIP-oplossingen. Voor de onderlinge marktaandelen van deze aanbieders geldt overigens dat de onderlinge verhoudingen in de afgelopen vijf jaar eigenlijk nauwelijks zijn veranderd.
Per gewest vallen er opmerkelijke verschillen waar te nemen. Cisco is in elk gewest de meest voorkomende oplossing, maar scoort beduidend beter in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waar veel hoofdkantoorlocaties staan van internationale partijen, in tegenstelling tot in Vlaanderen en Wallonië. Ook opvallend is het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië voor Mitel. Deze aanbieder is nummer twee in Vlaanderen, maar in Wallonië pas nummer vijf.
3. Aarzelende start bij kmo’s
VoIP bij kleinere bedrijven is een ander verhaal in ons land. Daar verloopt de doorbraak eerder traag. Het principe van Hosted IP of IP Centrex is al vrij lang bekend. Al meer dan vijftien jaar eigenlijk. Het komt er in realiteit op neer dat de telefooncentrale vanuit een telecomaanbieder wordt aangeboden. Maar een groot succes was dat aanvankelijk niet.
VoIP bij kleine bedrijven behelst in de praktijk namelijk vaak een andere aanpak dan bij grote bedrijven die VoIP gebruiken. Bij die grotere worden de branches of filialen gekoppeld aan de telecominfrastructuur (of telefooncentrale) van het hoofdkantoor. Bij kleine bedrijven schuiven aanbieders geen IP-centrale meer naar voren, maar raden ze vaak aan om die (bestaande) centrale vaarwel te zeggen.
Sinds een jaar of twee worden er dergelijke oplossingen volop gepromoot door operatoren. Zo biedt kabelbedrijf Telenet met zijn FreePhone Business-aanbod een VoIP-dienst aan aan kleine- en middelgrote ondernemingen, zonder dat zij infrastructuur moeten bezitten. De oplossing valt zelf te beheren via een webportaal en een smartphone-applicatie, en dit aan een vaste maandelijkse kost per gebruiker (ongeveer twintig euro als instaptarief).
Bij Telenet kon men niet meteen vertellen hoeveel bedrijven al op hun VoIP-aanbod voor kmo’s waren ingegaan. Telenet is overigens niet de enige aanbieder en ook niet de eerste. Eerder kwam Mobistar al met een telefonie-oplossing voor kmo’s. Mobistar gaat nog een stapje verder, want de dienst behoeft ook geen vaste lijn. Klanten krijgen, zo klinkt het bij Mobistar, de functionaliteiten van een vast nummer en een telefooncentrale, terwijl ze enkel over een mobiel abonnement moeten beschikken.
Los van initiatieven is het duidelijk dat VoIP bij de kmo, op toepassingen als Skype na dan, nog niet echt lijkt doorgebroken. De markt is daar ook nog vrij jong. Dat VoIP in de zakenmarkt nergens staat, klopt dus niet. Al moet er, vooral bij de kleinere bedrijven, nog een hele weg afgelegd worden.