De zogenaamde ‘e-box’, het geesteskind van Smals-topman Frank Robben, maakt straks zijn entree bij Justitie, maar wordt dat ook zo bij Financiën? Dat is lang niet zo zeker. Zo blijkt uit een vraag van NVA-kamerlid Peter De Decker aan minister van financiën Johan Van Overtveldt. Die houdt de deur op een kier, maar antwoordt open op de pertinente vragen van De Decker. Hieronder het integrale, desbetreffende deel van het verslag van de commissievergadering Financiën en Begroting van 25 november 2015.
Vraag van de heer Peter Dedecker aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over ‘het online opvragen of ontvangen van aanslagbiljetten van de inkomstenbelasting’ (nr. 7540)
Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, in september communiceerde de firma Zoomit dat de aanslagbiljetten, net zoals de voorbije jaren, opvraagbaar zijn in de Zoomit-toepassing van de verschillende onlinebankingplatformen voor wie deze keuze maakt bij het indienen van de aangifte. Deze integratie maakt het mogelijk om met één muisklik direct het saldo te betalen als men moet bijbetalen.
Kort daarvoor kreeg het grote publiek echter een andere communicatie te zien, onder meer op de VRT-journaals, van topambtenaar Frank Robben, die zei dat vanaf dit jaar alle belastingplichtigen hun aanslagbiljet zullen kunnen terugvinden in een nieuwe, speciaal door de overheid gecreëerde e-box. Een aantal mensen viel uit de lucht en dacht dat ze nog een extra mailbox kregen van de overheid, vroeg zich af waar ze dat gingen vinden en of ze ermee overweg zouden kunnen. Mensen schrokken ervan, dachten dat ze gingen moeten leren werken met een nieuwe mailbox. Dat was geen verstandige communicatie, daarom heb ik een aantal vragen daarover.
In hoeverre was de aankondiging van de heer Robben op het VRT- journaal correct? Overwoog de fiscus toen of overweegt de fiscus vandaag nog steeds om een bijkomende toepassing te creëren, tegebruiken om de aanslagbiljetten te versturen? Waarom of waarom niet? Hoe ver stond of staat die integratie met die nieuwe e-box die door de overheid zelf aangemaakt wordt?
Welk voordeel ziet de FOD Financiën in zo’n nieuwe mailbox, in opnieuw het warm water uitvinden zeg maar, die in 2015 een fantastisch klinkende en heel erg vernieuwende 10 Megabyte ruimte aanbiedt ten opzichte van private platformen? Welke kosten zijn reeds gemaakt voor de integratie van de e-box in de systemen van de fiscus?
Met welke private diensten en applicaties werkt de FOD Financiën vandaag reeds samen om communicatie, bijvoorbeeld het aanslagbiljet of andere zaken, af te handelen? Hebt u cijfers over het gebruik daarvan door het grote publiek, door de belastingplichtigen, de voorbije jaren?
Door welke private diensten en applicaties werd de FOD reeds gecontacteerd om eventueel een integratie of samenwerking te bekijken? U weet dat er heel veel aanbieders zijn voor elektronisch aangetekende zendingen en voor elektronische facturatie, dat is een vrije en open markt, waar meerderen concurreren voor de beste service aan de beste prijs. Op welke manier of criteria worden dergelijke vragen vanuit de markt overwogen door de FOD?
Met mijn volgende vraag peil ik naar uw keuze als minister, als beleidsmaker. Bent u van mening dat de FOD Financiën het best werkt met een door de overheid gecreëerd of nieuw te bouwen of verder te ontwikkelen eigen systeem voor de communicatie met belastingplichtigen, of wenst u eerder gebruik te maken van een veelheid aan door het publiek veelgebruikte en goedgekende applicaties met tal van extra toepassingen en diensten, vanuit private platformen, geïntegreerd met de meest gekende zaken en die toelaten om die zaken af te handelen? Hoe interpreteert u het regeerakkoord op dat vlak?
Minister Johan Van Overtveldt: Mijnheer Dedecker, voor de elektronische verzending van het aanslagbiljet betreffende de inkomstenbelastingen naar de pc-banking van de belastingplichtige zelf, heeft de FOD Financiën een beroep gedaan op de firma Isabel en wordt daarvoor de dienst Zoomit gebruikt. Voor het jaar 2015 zijn er momenteel 479 261 actieve Zoomitdossiers. Voor het jaar 2014 bedroeg dat aantal 414 829. Voor 2015 betekent dit dus dat één op de drie Tax-on-webgebruikers Zoomit gekozen heeft. De FOD Financiën is in september dan ook gestart met het uitsturen van de eerste belastingafrekeningen via Zoomit.
De FOD Financiën werd niet gecontacteerd door private diensten en applicaties om eventuele integratie of samenwerking te bekijken omtrent de elektronische verzending van de aanslagbiljetten. Er bestaat geen formele samenwerking in dat domein, ook niet met de applicatie die u vernoemt in uw vraagstelling. De communicatie die in die zin werd uitgebracht, is dan ook niet bevorderlijk voor de correcte informatie aan onze burgers.
Voor mijn administratie is het portaal MyMinfin het instrument dat bestemd is voor de elektronische communicatie van en naar de burger. Eventuele synergie is mogelijk tussen verschillende elektronische communicatiekanalen, voor zover de technische integratie mogelijk en noodzakelijk is. Er werden nog geen kosten gemaakt, daar de integratie van deze systemen nog niet tot stand werd gebracht.
Conform het regeerakkoord moet de voorkeur worden gegeven aan het gebruik van communicatiekanalen die een maximaal aantal burgers kunnen bereiken op een gemakkelijke, economische en elektronische manier. Uit het aantal Tax-on-webgebruikers die voor Zoomit kiezen, kunnen wij wel al afleiden dat het bereik van deze applicatie behoorlijk succesvol is. Er wordt uiteraard de voorkeur gegeven aan ons portaal MyMinfin, dat zeker de komende maanden een evolutie zal kennen op het vlak van dienstbaarheid en toegankelijkheid.
Dit belet niet dat mijn departement bereid is mee te werken aan alle initiatieven die een zo ruim mogelijke toegankelijkheid voor de burgers bevorderen. Mijn interpretatie op dat vlak is heel eenvoudig deze van het regeerakkoord, waarin wordt bepaald dat de communicatie tussen belastingplichtigen en belastingadministratie zoveel mogelijk, of minstens verder moet worden gedigitaliseerd.
Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw open houding, die ik ten zeerste apprecieer. U staat open voor samenwerking met andere partners, teneinde hetzelfde doel te dienen, met name de informatie zo gebruiksvriendelijk mogelijk aan te bieden aan zoveel mogelijk mensen. Dat is inderdaad iets anders dan een administratie die zich opsluit en een speciale eigen toepassing bouwt, zodat de burger opnieuw die toepassing moet aanleren, enkel voor communicatie met die ene dienst. Ik meen dat u de juiste keuze maakt, en ik betreur de communicatie van de heer Robben ter zake.
Wat het portaal MyMinfin betreft, dat is weliswaar een eigen toepassing, maar het gaat hier om een dossierbeheerder. Dat is een logische zaak. Het is goed dat daar verder in geïnvesteerd wordt, om de gebruiksvriendelijkheid te vergroten. Een en ander zal wel verbeteren eens minister De Croo werk maakt van de toegang tot de overheid via smartphone en dergelijke meer, in plaats van via de e-ID- kaartlezer, die door sommigen maar moeilijk aan de praat te krijgen is.
Ik ben zeer tevreden dat u openstaat om meer gebruik te maken van de synergie van de markt en dat een maximaal aantal burgers bereikt kan worden door een gebruiksvriendelijke toepassing.
Column Luc Blyaert
Recent schreef columnist Luc Blyaert over de digitalisering van de overheid en de vertragingen in het plan Radicaal Digitaal. Lees daarom ook de column ‘Radicaal digitaal, ho maar!‘.