Bij de digitale ambities van de Belgische regering is in de vorige editie van Atos-magazine GOV door Alexander De Croo (vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) uitvoerig stil gestaan. Digitale ambities die vijftigduizend nieuwe banen en duizend nieuwe start-ups moeten opleveren.
De Vlaamse regering toont zich met het motto ‘Vlaanderen Radicaal Digitaal’ eveneens van haar ambitieuze kant, zo blijkt uit een vraaggesprek met minister Liesbeth Homans. Homans draagt als minister onder meer verantwoordelijkheid voor de portefeuille Bestuurszaken en daarmee voor de verdere digitalisering van de overheid. Zo geeft zij uitvoering aan een grote reorganisatie waarbij tal van overheidsdiensten worden geïntegreerd.
De Vlaamse overheid is ambitieus: Vlaanderen Radicaal Digitaal. U wilt helemaal de weg opslaan van digitalisering. Wat kunnen we daarbij verwachten?
‘Digitalisering is geen doel op zich. We moeten altijd vertrekken vanuit de vraag ‘wat is de rol van de overheid in onze samenleving?’ en bijgevolg ict inzetten als middel om die rol waar te maken. Het is belangrijk om twee hoofdzaken te onderscheiden. Ten eerste vormen informatie en databanken de ruggengraat van de overheid. Ze worden meer en meer de belangrijkste grondstof en het is dan ook belangrijk dat we die goed beheren en inzetten. Belangrijk daarbij is natuurlijk dat we de privacy van de burger blijven respecteren. Daarnaast moeten we ook steeds werk maken van een betere dienstverlening. Dat kan via zichtbare digitalisering, zoals bijvoorbeeld een applicatie voor de smartphone waar de reistijden van de Vlaamse vervoermaatschappij De Lijn te raadplegen zijn, maar vooral door onze regelgeving en dienstverlening kritisch te bekijken en gebruiksvriendelijker te maken. Ook daar is ict een middel voor.’
Er blijft nog steeds een groep in de samenleving die geen toegang heeft tot ict. Dat is toch ook een belangrijke doelgroep van de overheid. Sluit u die niet uit?
‘We mogen die mensen geenszins uit het oog verliezen, en dat doen we ook niet. Maar het is ook een kwestie van digitale vaardigheden. Ik verwacht niet dat iedereen 100 procent digitaal zal communiceren met de overheid, maar we moeten wel proberen om zoveel mogelijk mensen dat te laten doen. Daarom ondersteun ik met het project ‘Begeleid Digitaal’ mensen die dit nieuwe communiceren om welke reden dan ook nog niet onder de knie hebben. Je kunt bijvoorbeeld hulp bieden door telefonische begeleiding waarbij zelfs het scherm overgenomen kan worden om je bijvoorbeeld door een aanvraagformulier te loodsen. Het kan ook met technische hulpmiddelen zoals voorleesbuttons of gesproken instructies op een website of door het ontwikkelen van gebruiksvriendelijke digitale loketten. Ook gewoon heel wat zaken vereenvoudigen en herkenbaar maken zal die gebruikers kunnen helpen.’
U hebt een grote reorganisatie in gang gezet bij de Vlaamse overheid. Diverse diensten die met informatie en ict bezig waren, worden geïntegreerd. Waarom was dat nodig?
‘Heel wat diensten zijn in Vlaanderen met informatie en e-government bezig. Zo heeft het Agentschap Geografische Informatie Vlaanderen -het AGIV – een sterke reputatie opgebouwd op het vlak van geografische informatie. Maar ook Corvé, de coördinatiecel Vlaams e-government, heeft in enkele jaren tijd heel wat in de steigers gezet op het vlak van gegevensuitwisseling tussen overheidsdiensten.’
‘Historisch was er een tweedeling tussen diensten die met geografische informatie bezig waren, en diensten die met andere, niet geografische informatie aan de slag waren. Door nu de verschillende informatie aan elkaar te koppelen, zetten we een grote stap vooruit. Door bijvoorbeeld data aan een locatie te koppelen, wordt deze zeer toegankelijk. Met geopunt (de centrale toegangspoort tot geografische overheidsinformatie) hebben we vandaag een platform waar mensen op basis van een locatie op een kaart kunnen zien welke publieke diensten daar beschikbaar zijn.’
‘De diensten die werken rond informatiebeleid worden gebundeld in één sterk Agentschap Informatie Vlaanderen. Deze reorganisatie vergt inspanningen en tijd, dat is logisch. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit echt een drijvende kracht achter het informatiebeleid van de Vlaamse overheid zal worden.’
De lokale besturen vormen ook een belangrijke schakel in uw beleid. Hoe ziet u hun rol in de ontwikkeling van e-government?
‘De lokale besturen zijn als bestuursniveau in zowat alle overheidsprocessen betrokken, denk maar aan de omgevingsvergunning. Daarnaast verzamelen zij ook heel wat informatie. Zij vormen echt een belangrijke schakel in het interbestuurlijk e-government. Als we als Vlaamse overheid het proces van digitalisering zouden voltrekken zonder de lokale besturen hierbij mee te nemen, staan we dan ook nergens.’
‘Op het terrein zie ik echter heel grote verschillen. Sommigen steden en gemeenten zijn echte koplopers op het gebied van slimme inzet van ict. In mijn eigen stad, Antwerpen, verloopt het college van burgemeester en schepenen al volledig digitaal en werd ook de loketwerking grondig gedigitaliseerd. Maar sommige gemeenten hebben het nog moeilijk om de digitale weg in te slaan.’
‘Daarom zet ik in op de ondersteuning van de lokale besturen, want er moeten echt zaken op dit terrein gerealiseerd worden. Samen met de Vlaamse ICT-organisatie (V-ICT-OR) en met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) werken we zo een project uit om op het vlak van interbestuurlijk e-government resultaten te boeken. Deze organisaties hebben de afgelopen jaren trouwens heel wat expertise opgebouwd en zijn dus het best geplaatst om zowel lokaal als in Vlaanderen dingen in beweging te krijgen.’
Vlaanderen Radicaal Digitaal heeft ook een ambitie op vlak van e-invoicing. Betekent dit dat alle facturatie van en naar de overheden in Vlaanderen volledig verplicht digitaal zal verlopen?
‘Europa legt ons vandaag op dat we facturen digitaal moeten kunnen ontvangen. Hiervoor doen we zoveel als mogelijk beroep op de instrumenten van de federale overheid, zodat het voor ondernemers geen kluwen wordt. Momenteel lopen er reeds een aantal pilootprojecten met leveranciers. En ook de lokale besturen worden hierbij betrokken. Ik wil wel even benadrukken dat we dit niet doen om te digitaliseren op zich, maar ook om eenvoudiger en kostenefficiënter te gaan werken.’
Hoe digitaal werken de Vlaamse ambtenaren vandaag?
‘We zetten in op plaats-, tijd- en zelfs toestelonafhankelijk werken. Zo kunnen onze ambtenaren bijvoorbeeld online vergaderen en gemakkelijk informatie delen ongeacht waar ze zich bevinden. We werken met een ‘as a service’-concept, zodat we snel kunnen aanhaken op technologische evoluties en ook goed kunnen inspelen op de behoeften van de medewerkers.’
‘We zetten ook digitale hulpmiddelen in om als overheid heel wat efficiënter te kunnen werken. Ik denk bijvoorbeeld aan het kabel- en leidingeninformatieportaal (KLIP) dat gebruikt wordt om plannen van de ondergrond aan te vragen om graafschade te voorkomen. Een ander voorbeeld is het Generiek Informatie Platform Openbaar Domein (GIOPD) dat De Lijn gebruikt om omleidingen in geval van wegwerkzaamheden of manifestaties te organiseren. U merkt het: digitalisering levert heel wat voordelen op en die zullen in de toekomst alleen maar toenemen.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 9.
Biografie
Liesbeth Homans is sinds juli 2014 minister in de Vlaamse regering-Bourgeois. Zij is verantwoordelijk voor de portefeuilles Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding. Homans is tevens Vlaams viceminister-president. Zij studeerde geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven en internationale politiek aan de Universiteit Antwerpen. Homans is sinds 2000 politiek actief. [Foto: Joost De Bock]